header image
 

Wieringen

Op 20 kilometer afstand ten oosten van Julianadorp aan Zee ligt het voormalige eiland Wieringen. Doordat op 31 juli 1924 het Amsteldiep samen met het Ulkediep werd afgesloten, kwam aan het eilandbestaan van Wieringen een einde. Het landschap van Wieringen laat zich kenmerken met landvormen uit de voorlaatste ijstijd (Saalien) en de laatste ijstijd (Weichselien). Op Wieringen liggen tien dorpen en gehuchten: De Haukes, Den Oever, Hippolytushoef, Oosterklief, Oosterland, Smerp, Stroe, Vatrop, Westerklief en Westerland. Hippolytushoef is het grootste plaatsje van het voormalige eiland, gevolgd door Den Oever. De dorpen en gehuchten van Wieringen behoren tot de gemeente Hollands Kroon.

 

Wieringen Julianadorp aan Zee

 

IJstijdlandschap

Het landschap van Wieringen is fantastisch mooi en steekt enorm af bij het polderlandschap waarin het is ingebed. Het polderlandschap is vlak, terwijl het landschap van Wieringen glooiend heuvelachtig is. Overal in Wieringen zie je sporen van de twee verschillende ijstijden nog terug. Zo wordt het landschap gekenmerkt door twee grote stuwwallen. Deze kleileemheuvels zijn tijdens de voorlaatste ijstijd ontstaan en liggen bij Westerland en bij Stroe/Oosterland. Tijdens de laatste ijstijd is over de kleileemlaag heen een laag dekzand afgezet. De stuwwal van Westerland ligt 12 meter boven het Normaal Amsterdams Peil (NAP), een flinke heuvel dus.

Verder zijn er in het landschap ongestuwde kleileemlagen, smeltwaterdalen en droge dalen te vinden. Kliffen, erosiegeulen en oeverwallen zijn aanwezig ten westen van Westerland en ten noordwesten van Stroe. Deze kenmerkende landschapsvormen konden ontstaan onder invloed van de zee. Kliffen in combinatie met een stuwwal zijn vrij zeldzaam in Nederland en verder alleen te bewonderen in Gaasterland en Urk. Ook zijn er op Wieringen nog zwerfkeien te ontdekken. De zwerfkei/zwerfsteen van Westerklief is de grootste van allemaal. Over deze steen gaat een mooi verhaal de ronde, hij zou zich namelijk omdraaien op het moment dat hij een klok zou horen slaan. Vroeger werden aan deze zwerfsteen ook nog bepaalde krachten toegeschreven.

Wieringen is derhalve een zeer waardevol aardkundig gebied. Daarom heeft de provincie Noord-Holland in september 2004 bij de heuvel aan de westzijde van het voormalige eiland een aardkundig monument onthuld. Een aardkundig monument wordt in Nederland alleen toegekend aan een gebied met bijzondere aardkundige waarden (geologisch, geomorfologisch of bodemkundig). Daarnaast zijn er ook veel sporen van menselijke activiteiten op Wieringen te vinden zoals karakteristieke tuinwallen. Deze aarden tuinwallen zijn meestal één meter hoog en dienen als een natuurlijke erfafscheiding. Doordat het landschap van Wieringen zo glooiend is, was het graven van sloten niet voor de hand liggend. Helaas zijn in de loop van de tijd veel van de tuinwallen op Wieringen verdwenen.

Zilverschat van Westerklief

Het gehucht Westerklief haalde in 1996 op een spectaculaire manier de kranten en het Journaal. In één van de weilanden van Westerklief vond men namelijk een heuse zilverschat. Deze zilverschat van bijna 2 kilogram bestaat uit zilveren munten, sieraden en zilveren staafjes. De zilverschat van Westerklief is heden ten dage te bewonderen in het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden. De zilverschat was het bewijs dat in de 9de eeuw Wieringen een tijdje een uitvalsbasis van Deense Vikingen is geweest. Niet veel later zijn er in het gebied nog enkele kleinere zilverschatten gevonden waardoor deze aanname nog realistischer is geworden.

De Haukes

In het zuidwesten van Wieringen ligt De Haukes. Over de naam De Haukes doen verschillende theorieën de ronde. Of het verwijst naar een laaggelegen drassig stuk land óf het is afgeleid van de benaming voor gemeenschappelijke grond. Samen met het dorp Westerland vormt De Haukes een eenheid. In 1840 woonden er in De Haukes slechts twintig mensen. In 1998 waren dat er honderdachtenzestig. Door diens gunstige ligging bezit De Haukes de haven van Wieringen. Opmerkelijk is dat ondanks dat De Haukes deze haven bezit, De Haukes de achterliggende honderden jaren niet uitgroeide tot een dorp. Voor Westerland was dat wel het geval, dat werd een flink dorp inclusief een kerk.

Heden ten dage ligt de haven van De Haukes aan het Amstelmeer. Toen het Amstelmeer nog niet bestond, in het begin van de 20ste eeuw, was De Haukes een aanmeerplek voor de veerboot. Op deze manier werd de stoomlijn van Schagen naar Wieringen compleet. Op de stoomlijn reed een stoomtram. Uiteindelijk verdween de veerboot. De Haukes is ook lange tijd de aanmeerplek geweest voor een postboot. Echter toen de Afsluitdijk gerealiseerd was, verdween de noodzaak voor deze postboot. Het in De Haukes aanwezige café De Postboot herinnert nog aan deze tijd. Tegenwoordig wordt de haven van De Haukes vooral door watersporters gebruikt.

De enige plaats op Wieringen waar je nog een typische wierschuur kunt bekijken, is in De Haukes. Een wierschuur is een grote houten schuur die gemaakt is van zwart geteerde planken. In deze wierschuren werd zeegras in balen opgeslagen. Wier is een ander woord voor zeegras. De wierschuren werden ook gebruikt om de wierbalen te persen. In het Zuiderzeemuseum te Enkhuizen is nog een originele wierschuur te bekijken. In De Haukes zijn ook eendenboeten te zien. In deze eendenboeten werden eenden gehouden. De eendeneieren werden aan grote koekfabrieken verkocht. Heden ten dage staan deze eendenboeten leeg of zijn ze voor een andere functie aangewend.

Oosterland

Oosterland was oorspronkelijk het meest oostelijke dorpje op Wieringen. Echter het eiland groeide aan de oostkant steeds verder aan. Oosterland had oorspronkelijk een aanlegplaats, echter ‘de oever’ kwam door de aangroei steeds een stukje verder te liggen. Uiteindelijk (rondom de 14de en 15de eeuw) zijn er eilandbewoners geweest die zich in ‘De(n) Oever’ zijn gaan vestigen en is dit dorp ontstaan.

Stroe

Eén van de oudste dorpen van Wieringen is Stroe. Het dorpje ligt ten noordoosten van Hippolytushoef. Al in de 10de eeuw komt Stroe (Strude) voor in de Cordex Eberhardi van de abdij van Fulda. Ten tijde van Strude stonden er al in het dorpje tweeënzeventig boerderijen, hetgeen voor die tijd al heel erg veel was. Als je de ‘Rekeningen der Grafelijkheid Holland onder het Henegouwsche Huis’ uit 1343 goed bestudeert, wordt het inzichtelijk dat Stroe een vrij groot dorp was. Tot de 20ste eeuw had Stroe geen dijk. Heden ten dage ligt het buurtschap Noord-Stro aan de dijk. Formeel wordt Noord-Stroe tot Stroe gerekend.