header image
 

Waddenzee

De Waddenzee kreeg de werelderfgoedstatus vanwege de zeldzame natuur op wereldschaal. Maar veel vogels, vissen en ander zeeleven van de Waddenzee zijn juist ‘wereldreizigers’. Om te overleven zijn ze niet alleen afhankelijk van de Waddenzee, maar ook van gebieden die elders op aarde liggen. 

Oost-Atlantische flyway

Een enorme trechter met een linksom gekromde tuit, daar lijkt de zogeheten Oost-Atlantische flyway nog het meest op. Vanuit IJsland, Groenland en delen van Noord-Canada en Russisch Siberië zetten talloze trekvogels koers richting Noordwest-Europa. Daar bundelen al hun vliegroutes zich samen tot een knooppunt van trekroutes. En na in Noordwest-Europa te hebben gebroed, zetten talloze watervogels de tocht in naar het zuiden, omlaag langs en over het Spaanse schiereiland zuidwaarts. Diverse soorten, waaronder in het noorden broedende steltlopers, steken over naar Noord-Afrika en vliegen door langs de Afrikaanse kust, soms zelfs tot aan Namibië en Zuid-Afrika. Dat is de gekromde tuit van de trechter. Van noord naar zuid is de Oost-Atlantische vliegbaan ruim vijftienduizend kilometer lang. Werelderfgoed Waddenzee vormt het belangrijkste kruispunt. Daarom is de Waddenzee van levensbelang voor trekkende watervogels. Maar de gezondheid van de populaties wordt ook beïnvloed door de omstandigheden op andere plekken langs de Oost-Atlantische vliegbaan. Plekken die mijlenver zijn verwijderd van de Waddenzee. 

Dier met een wormachtig uiterlijk

In de Waddenzee leven enorm veel dieren met een wormachtig uiterlijk. Op het eerste gezicht lijken ze op elkaar, maar er zijn grote verschillen in bouw en levenswijze. De meeste wormen leven van organisch afval dat ze uit het zand en slib van de wadbodem filteren. Maar er leven ook echte rovers, die jagen op andere wormensoorten. Op hun beurt zijn de wormen een belangrijke voedselbron voor vogels. En sportvissers gebruiken ze als aas. 

Wadpier

De wadpier is de meest bekende en algemene worm van de Waddenzee. Het dier kan twintig centimeter lang worden en leeft in een U-vormige buis in de bodem. De pier eet zand en verteert alles dat eetbaar is. Het schone zand wordt weer uitgepoept. Zo ontstaan de kenmerkende tandpastahoopjes op het wad. Elke pier verwerkt drieënhalve liter zand per jaar. In een vierkante meter wadbodem kunnen twintig tot zeventig wadpieren voorkomen.

Zagers 

Zagers komen sinds 1915 in de Waddenzee voor. Het zijn echte rovers die in de gangen in het zand leven, vooral in de buurt van mosselbanken. In het voorjaar komen ze aan de wateropervlakte om te paaien. De beweeglijke zagers zijn favoriete aas van sportvissers en worden ook gekweekt. 

Wapenworm

De wapenworm is een dunne, platte worm met korte ‘pootjes’. Net als de wadpier eet hij zand. Wapenwormen zijn de favoriete prooi van de zagers. Soms komen ze voor in aantallen van enkele duizenden per vierkante meter.

Rode draadworm

De rode draadworm leeft diep in de wadbodem. Deze lange en dunne worm is knalrood door de hemoglobine. Daarmee houdt het dier zuurstof vast en kan voorkomen in delen van de bodem waar weinig zuurstof is. Ze leven met de kop naar beneden in lange gangen en voeden zich met bacteriën. 

Gestippelde dieseltreinworm

De gestippelde dieseltreinworm is het meest bekend van de groene bolletjes met eitjes die in het voorjaar op de wadbodem worden afgezet. Het volwassen dier lijkt op een duizendpoot met zwarte stipjes. Deze wormen zijn echte vleeseters. Met hun slurf zuigen ze levende prooidieren uit. 

Schelpkokerwormen

Schelpkokerwormen maken een huisje van zand en schelpenresten dat boven de wadbodem uitsteekt. Daarmee beschermen ze hun weke lijf. Aan de kop hebben ze tentakels waarmee ze plankton uit het water vangen.

Marenzellaria 

De worm Marenzellaria is een nieuwkomer in de Waddenzee. Waarschijnlijk is het dier via ballastwater van schepen uit Noord-Amerika in 1993 hier beland. Deze oranje-bruine worm kan in grote dichtheden van meer dan tienduizend exemplaren per vierkante meter voorkomen.