Sint Maartenszee ligt op ongeveer 18 kilometer afstand ten zuiden van Julianadorp aan Zee. Het strandplaatsje is een echt gehucht oftewel buurtschap. Met een gehucht oftewel buurtschap wordt een bewoond gebied bedoeld waar geen sprake is van een duidelijk centrum en/of het aanwezig zijn van een kerkelijk gebouw. Sint Maartenszee heeft prachtige duinen met unieke duinrellen, daarnaast is er in het kustplaatsje een wonderschoon bos te bezoeken: Het Wildrijk. En uiteraard heeft Sint Maartenszee een geweldig strand waar je prachtige wandelingen kunt maken en lekker kunt recreëren in de zomer!
Duinrellen
Door het bestaan van zogenaamde duinrellen zijn de duinen van Sint Maartenszee heel bijzonder. De duinen van Sint Maartenszee zijn namelijk heel erg nat. Dit komt door het bestaan van duinrellen. Duinrellen zijn duinbeekjes die water vervoeren van de hoge duinen naar het lager gelegen achterland. Doordat de duinen dit water hebben gefilterd, is dit water superzuiver. Op vrijwel alle plaatsen in Nederland zijn duinrellen verdwenen, behalve dus in Sint Maartenszee. Om deze duinrellen goed te beschermen, is het zogenaamde ‘Duinrellenproject’ in het leven geroepen.
Wildrijk
Sint Maartenszee grenst aan het plaatsje Sint Maartensvlotbrug. Precies op het grensgebied ligt één van de mooiste natuurgebieden van de Kop van Noord-Holland: landgoed Het Wildrijk! Het Wildrijk is een klein bos waar je fantastische wandelingen kunt maken. Wie van bloemen houdt, moet in het voorjaar een bezoek brengen aan het Wildrijk. In de lente staan er namelijk honderdduizenden wilde, blauwe hyacinten in volle bloei in Het Wildrijk.
Bovendien is Het Wildrijk een uniek bos. Het bos ligt namelijk in de Zijperpolder, een polder waar vroeger welgestelde Amsterdamse kooplieden bijzonder fraaie landgoederen bezaten. Deze bevonden zich met name aan de zuidkant van de Zijperpolder. Ook het Wildrijk was zo’n landgoed in de Zijperpolder dat aangelegd werd in de 16de eeuw. Toen men echter begon met het uitgraven van het Noordhollandsch kanaal kwamen de bossen van de landgoederen in de gevarenzone. De arbeiders die de graafwerkzaamheden verrichtten aan het kanaal, kapten heel veel bomen die op de landgoederen stonden. Het Wildrijk was één van de weinige bossen die buiten schot bleef.
Het is in ieder jaargetijde uiterst interessant om een bezoek te brengen aan Het Wildrijk. In de lente staan zogezegd in het bos ontelbaar veel bloemen in bloei. In de zomer is het er ook goed vertoeven: met name op snikhete dagen kun je er een heerlijke verkoeling vinden. En in het najaar toont het Wildrijk haar mooiste herfstkleuren en schieten fraaie paddenstoelen uit de bosbodem. Het Wildrijk mag dan een klein bos zijn, het is wel een uitzonderlijk fraai bos! Het is feitelijk een sprookjesbos. Het bos heeft de vorm van een rechthoek. Het midden van het bos is heuvelachtig en zogezegd bedekt met een tapijt van hyacinten: honderdduizenden wilde hyacinten. De meeste hyacinten hebben een blauwe kleur, maar er zijn ook hyacinten bij die witte en roze kleuren hebben!
Het Wildrijk ligt op 4 kilometer afstand van de duinen van Sint Maartenszee. Het bos bezit ook een bijzonder gemaal, een zogenaamde tonmolen. Met de tonmolen wordt het water op peil gehouden. Het water dat hiervoor wordt gebruikt, komt rechtstreeks uit de duinen en wordt aangevoerd via een zogenaamde ‘schoonwatersloot’. Als dit niet zou gebeuren, zou het Wildrijk uitdrogen.
In het Wildrijk zijn ook de nodige sporen uit de Tweede Wereldoorlog terug te vinden, namelijk bunkers. Deze bunkers zijn gebouwd door de Duitse bezetters en vormden een onderdeel van de zogenaamde Atlantikwall. De Atlantikwall was een verdedigingslinie die de Duitsers aanlegden langs de gehele Noordzeekust, lopend van het hoge noorden tot aan de grens met Spanje. Tegenwoordig zijn deze bunkers een belangrijke plaats om te overwinteren voor vleermuizen, vooral watervleermuizen maken hier gretig gebruik van. Voor vogels is Het Wildrijk uiteraard één groot paradijs. In het beschermde bos kunnen zij op hun gemak hun kostje bij elkaar scharrelen en hun eitjes uitbroeden. Vogelspotters kunnen dan ook met een beetje geluk tuinfluiters, wielewalen en zwartkoppen in het bos waarnemen.
Tuinfluiter
De tuinfluiter is een zangvogel en behoort tot de familie van zangers. De tuinfluiter is ongeveer veertien centimeter groot waarbij het verenkleed bruin is aan de bovenzijde en licht geel/bruin aan de onderzijde. De tuinfluiter heeft een ronde kop, bruine korte snavel en poten die grijsbruin gekleurd zijn. Het voedsel van de tuinfluiter bestaat uit bessen, eieren en insecten. Tuinfluiters hebben een legsel dat bestaat uit vier of vijf eieren. Deze eitjes hebben een langwerpige vorm en zijn vuilwit tot lichtbruin van kleur. Bovendien hebben de eitjes grijze onderdelen, bruine vlekjes en een glanzend oppervlak. Tijdens het broedseizoen komen tuinfluiters in grote delen van het noorden en midden van Europa voor en dus ook in Nederland. Vanaf mei zijn tuinfluiters in ons land te spotten.
Wielewaal
De wielewaal is een zangvogel en behoort tot de familie van de wielewalen en vijgvogels. De mannetjes wielewaal heeft een heldere gele kleur en een zwarte staart en zwarte vleugels. De vrouwtjes wielewaal heeft een groengele kleur en donkere vleugels. De wielewaal kan een maximale grootte bereiken van 25 centimeter. Het is een vrij schuwe vogel die bij voorkeur hoog in de boomtoppen bivakkeert, hierdoor is hij doorgaans moeilijk te spotten. Dit is natuurlijk wel een beetje paradoxaal, omdat het zo’n uitzonderlijk opvallende vogel is.
Als je de wielewaal hoort zingen, doet dat je denken aan jodelen: ‘oh-fluuo-fih-fioe’. De Nederlandse naam én de wetenschappelijke naam van het vogeltje zijn klanknabootsingen van dit geluid. Met name aan het begin van de broedtijd is de wielewaal veelvuldig te horen. Het legsel van de wielewaal bestaat uit twee tot vijf eitjes. Deze eitjes hebben een witte tot roomachtige kleur.
De wielewaal was vóór 1950 in Nederland een bosvogel die vrij algemeen voorkwam. Van het jaar 1960 tot het jaar 2000 begon de klad erin te komen. Daar zijn verschillende redenen voor aan te wijzen; onder andere de Watersnoodramp van Zeeland en het kappen van de hoogstamboomgaarden door gans het land. Daar staan ook wat positieve ontwikkelingen tegenover; op de Zeeuwse eilanden en in Flevoland vond veel herbebossing plaats. De wielewaal staat op de Nederlandse rode lijst als kwetsbaar.
Gedurende het broedseizoen (de periode van mei tot juli) heeft de wielewaal een verspreiding van geheel Europa, het noorden van Afrika en het westen van Azië. De wielewaal is een echte zomervogel die Afrika uitkiest om te overwinteren. Het is een vogel die bijvoorkeur leeft in parken en bossen met veel loofhout zoals populieren en eiken. Naast parken en bossen is het ook een vogel die zich graag ophoudt in riviergebieden.