Op 26 kilometer afstand ten zuiden van Julianadorp aan Zee ligt het plaatsje Schoorl. Schoorl telt ongeveer vijfduizend inwoners en behoort tot de gemeente Bergen. Schoorl staat bekend als het kustplaatsje met de hoogste en breedste duinen van Nederland. Het duingebied de ‘Schoorlse Duinen’ heeft een breedte van 5 kilometer en telt één duintop die zelfs boven de 54 meter uittorent. De badplaats van Schoorl, Schoorl aan Zee, is alleen te voet of met een fiets bereikbaar. Je moet dan eerst door het prachtige bos- en duingebied van Schoorl wandelen of fietsen.
De beroemdste duin van Schoorl, Het Klimduin, ligt midden in het plaatsje zelf. Eens per jaar staat Het Klimduin midden in de belangstelling. Ieder jaar op Tweede Pinksterdag vindt namelijk op Het Klimduin de zogenaamde Meidenmarkt plaats, een groot ‘jongeren-versier-evenement’ voor de jeugd van Schoorl en de wijde omgeving van het plaatsje.
Schoorl is verder rijk aan tal van mooie rijksmonumenten zoals het raadhuis van Schoorl (1601), een hervormde kerk (1783), de molen ‘Kijkduin’ (1792), de Hagermolen (1804), een slapersluis (1872), een stolpboerderij (1895), een veestal behorend tot het boerderijcomplex ‘Heereweg 58’ (1895), een arbeiderswoning (1882), een voormalige koeienstal (1917), een stolpboerderij behorend tot het boerderijcomplex ‘Heereweg 322’ (1700-1900), een kapschuur behorend tot het boerderijcomplex ‘Heereweg 322’ (1800-1900), het woonhuis ‘Spannenburg’ (1908), een villa (1914), een bollenschuur (1929), het woonhuis ‘De Kroft’ (1920), een atelierwoning (1924), een arbeiderswoning (1885), het woonhuis ‘Duinwijk’ (1823) en een stolpboerderij (1884).
Daarnaast is Schoorl de geboorteplaats van Jan van Scorel, de beroemde schilder en tekenaar. Jan van Scorel werd op 1 augustus 1495 geboren in Schoorl en wordt beschouwd als een belangrijk vertegenwoordiger van de renaissance (wedergeboorte) in de Lage Landen. In Schoorl is een standbeeld te bewonderen van Jan van Scorel.
Het raadhuis van Schoorl
Rond 1601 (volgens de gevelsteen) werd het raadhuis van Schoorl gebouwd. Het raadhuis heeft dienst gedaan tot 1901. De voorgevel van het monumentale pand is volledig opgetrokken uit baksteen. De topgevel is bovendien voorzien van prachtige consoles en voluten. Het raadhuisje van Schoorl bevat slechts één ruimte: de raadzaal (waar ook recht werd gesproken) en een portaal. In het jaar 1800 werd de raadzaal bovendien opgesierd met een Zaanse schouw. Sinds 1931 is de Vereniging Hendrick de Keyser eigenaar van het pand. Zij konden destijds het raadhuis van Schoorl kopen op voorwaarde dat het gebouw een paar meter verplaatst zou worden ten behoeve van de verbreding van de Duinweg. De Vereniging Hendrick de Keyser heeft het raadhuis van Schoorl steen voor steen afgebroken en het op de nieuwe plek weer helemaal opgebouwd.
Kijkduin
De korenmolen Kijkduin werd in 1772 gebouwd. Kijkduin is een ronde stenen molen die op een kleine verhoging is gebouwd. De korenmolen is uitgerust met één maalkoppel 16er kunststenen en een maalkoppel 16er blauwe stenen. Op de plaats waar nu Kijkduin staat, stond voor 1575 ook al een molen, een standaard molen. Van 1772 tot 1868 was Kijkduin voor vijfzesde deel eigendom van Schoorl en voor eenzesde deel eigendom van het plaatsje Groet. Groet ligt tegen Schoorl aan en behoort ook tot de gemeente Bergen. Na 1868 is de molen, wegens geldgebrek, aan een particulier verkocht. Kijkduin heeft tot 1935 meel gemalen en is daarna buiten dienst getreden. Om de molen voor afbraak te behoeden en als monument te behouden heeft de toenmalige gemeente Schoorl de molen gekocht. Tegenwoordig is gemeente Bergen eigenaar van Kijkduin. Kijkduin draait nu nog regelmatig en is dan te bezoeken. Bovendien zijn er dan in de molen ook meelproducten te koop.
Hagermolen
In 1804 werd de Hagermolen gebouwd. De Hagermolen is een poldermolen die in de Harger- en Pettemerpolder aan de Mosterdweg staat. De Hargermolen bemaalt de Harger- en Pettemerpolder. Zoals de meeste Noord-Hollandse poldermolens is de Hagermolen een zogenaamde binnenkruier. Op de plek waar nu de Hagermolen staat, stond eerst ook al een molen. Deze molen is echter verloren gegaan tijdens gevechtshandelingen tussen de Franse overheersers enerzijds en een Engels-Russisch leger anderzijds. Veel molens uit de omgeving onderging hetzelfde lot. In 1871 is de Hagermolen vervijzeld. Tot 1962 heeft de Hargermolen uitsluitend op windkracht de Harger- en Pettemerpolder bemalen. Het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier is de eigenaar van de Hagermolen.
Jan van Scorel
Dankzij biograaf Carel van Mander is er veel van het leven van Jan van Scorel bekend. Van Scorel werd geboren als een onwettige zoon van een dorpspastoor. In Alkmaar bezocht van Scorel de Latijnse school, daarna toogde hij naar Haarlem waar hij een schildersopleiding volgde van Cornelis Willemsz. Vanaf 1512 werd van Scorel assistent van Jacob Cornelisz van Oostsanen in Amsterdam. Daarna werkte van Scorel een tijdje in Utrecht bij Jan Gossaert. Van Scorel begon in 1518 aan een lange reis waarbij eerst Duitsland werd aangedaan. Albrecht Dürer ontmoette van Scorel in Neurenberg. Dürer oefende een grote invloed uit op het werk van Scorel. Deze invloed is goed zichtbaar in het eerste grote werk dat van Scorel afleverde én bewaard is gebleven: het Obervellach-triptiek uit 1519. Dit kunstwerk maakte van Scorel tijdens zijn reis door Oostenrijk.
Venetië was de volgende stad die van Scorel aandeed. Vanuit Venetië trok hij over de zee naar het Heilige Land van Palestina. Carel van Mander is er heilig van overtuigd dat van Scorel de indrukken van deze reis vastlegde in een schetsboek. Helaas is dit schetsboek niet bewaard gebleven. Na zijn periode in Palestina keerde van Scorel weer terug naar het Italiaanse Venetië waar hij onder invloed kwam van Giorgione.
In 1522 benoemde paus Adrianus de zesde, van Scorel tot opzichter van de pauselijke kunstcollecties in het Belvédère in Rome. Hierdoor werd van Scorel de opvolger van Rafael. Van Scorel woonde in de pauselijke appartementen en schilderde onder andere twee portretten van de paus. In deze tijd kon van Scorel de antieke beeldhouwwerken en de Italiaanse renaissance kunst van Michelangelo en Rafael goed bestuderen. Toen paus Adrianus de zesde in 1523 stierf, keerde van Scorel weer terug naar Utrecht. In de Domstad baarde van Scorel opzien door zijn kunst die door zijn Italiaanse periode was geïnspireerd. In die tijd schilderde van Scorel het zogenaamde Lochorst-triptiek. Oorspronkelijk bevond de Lochorst-triptiek zich in de Domkerk, tegenwoordig is het kunstwerk in het Centraal Museum in Utrecht te bewonderen.