Op 20 kilometer afstand ten zuiden van Julianadorp aan Zee ligt het kustplaatsje Petten. Petten behoort tot de gemeente Schagen en telt een kleine tweeduizend inwoners. Wie aan Petten denkt, denkt natuurlijk in eerste instantie aan de Hondsbossche en Pettemer Zeewering; de 5,5 kilometerslange zeedijk die tussen Petten en Camperduin ligt. De aanleg van deze zeedijk was nodig omdat in de middeleeuwen een razende stormvloed de oorspronkelijke duinen wegsloeg en de mensen die achter de duinen woonden in gevaar bracht. De ontstaansgeschiedenis van Petten begint in het jaar 739. De naam Petten is een verwijzing naar de drie (water)putten die zich er toentertijd bevonden. Tussen Petten en ’t Oghe (het huidige Callantsoog) bevond zich rond 1388 een zanddijk.
Rampspoed
Ten tijde van de Sint-Elisabethsvloed van 1421 werd Petten niet gespaard. Het dorp werd geheel weggeslagen, waarbij ook de duinrij werd aangetast. Achter de duinen werd in 1432 een slaperdijk aangelegd. Met de actieve kustverdediging werd in 1506 begonnen: de balken paalhoofden werden uit Noorwegen en Zweden gehaald en het steen uit België (Vilvoorde). In 1626 kwam er nog meer rampspoed in Petten, in dat jaar spoelden namelijk meer dan honderd huizen én de plaatselijke kerk weg. Met de aanleg van de Hondsbossche Zeewering werd in 1793 begonnen.
Atlantikwall
Het is nu amper voor te stellen, maar in 1943 werd Petten volledig afgebroken. Het was de tijd van de Tweede Wereldoorlog en de Duitsers waren bezig met het aanleggen van de zogenaamde Atlantikwall, een verdedigingslinie met een lengte van bijna 3.000 kilometer langs de kust van Noorwegen, Denemarken, Duitsland, Nederland, België en Frankrijk. Ook het plaatsje Petten moest er voor wijken. In totaal werden honderdveertien woningen, een kerk en een school in Petten afgebroken ten faveure van de Atlantikwall. In die tijd telde Petten ongeveer driehonderdvijfenzestig inwoners. Na de oorlog werd er eerst een nooddorp voor de Pettemers gebouwd en vanaf 1948 is men begonnen met het herbouwen van Petten. De architecten Van de Ban en De Vassy stonden aan de tekentafel van het hernieuwde Petten.
Kust op kracht
De Hondsbossche en Pettemer Zeewering is altijd al een zwakke schakel geweest in de Nederlandse kust. Daarom heeft men in 2014 en 2015 20 miljoen kubieke meter zand voor de kust van de zeedijk opgespoten. Hierdoor is er een nieuw strand en zijn er nieuwe duinen ontstaan. Het project heet ‘Kust op kracht’, een toepasselijke naam. Helaas heeft het ook een paar negatieve gevolgen voor de natuur gekregen. Doordat de kust is opgespoten met een enorme hoeveelheid zand, zijn de strekdammen onder een dikke laag zand verdwenen. Waadvogels zoals steenlopers zijn hier niet zo blij mee. Zij kunnen zich nu niet meer voeden met de schaal- en schelpdieren die daar ooit leefden. Daar staat gelukkig tegenover dat andere planten- en diersoorten kunnen profiteren van het nieuwe strand en de nieuwe duinen die zijn ontstaan; de drieteenstrandloper is daar een fraai voorbeeld van.
Ook voor mensen zijn door het project nieuwe kansen en mogelijkheden ontstaan. Petten en Camperduin zijn nu zeer aantrekkelijke badplaatsen geworden waar de mogelijkheden tot strandrecreatie ongelooflijk groot zijn. In het bezoekerscentrum De Dijk te Kijk in Petten is het hele proces van Kust op kracht, met alle voor- en nadelen te bekijken.
De Putten
Petten bezit een heel belangrijk natuurgebied voor vogels: De Putten. De Putten ligt aan de polderkant van de Hondsbossche en Pettemer Zeewering. De Putten is ontstaan doordat regenwater zich heeft vermengd met zout kwelderwater. Hierdoor ontstaat brak water. Brak water kenmerkt zich doordat het barstensvol met voedsel zit en derhalve zeer aantrekkelijk voor (trek)vogels is. Vogelspotters kunnen hun hart ophalen in De Putten. Het is er het aankomen en vertrekken van tientallen verschillende vogelsoorten. Om het voor de vogels nog aantrekkelijker te maken, zijn er in de waterpartijen van De Putten verschillende eilandjes gemaakt. Er gaat geen dag voorbij of vogelaars zijn bij De Putten aan het kijken door verrekijkers of aan het fotograferen met camera’s.
Energieonderzoek Centrum Nederland
Petten wordt ook direct geassocieerd met het Energieonderzoek Centrum Nederland (ECN). Het ECN is het belangrijkste energieonderzoeksinstituut van ons land. Een dochteronderneming van het ECN is het Nuclear Research and consultancy Group (NRG). Het NRG is de belangrijkste producent van radio-isotopen voor medische toepassingen in Europa. De in Petten aanwezige kernreactoren zijn eigendom van de Europese Unie en worden beheerd door het NRG.
Sint-Elisabethsvloed
Op 19 november 1421 (op de naamdag van Sint-Elisabeth) vond er een grote waternood plaats in Zeeland en Holland, de zogenaamde Sint-Elisabethsvloed. Petten kreeg het zogezegd ook zwaar te verduren. Een hele zware noordwesterstorm was de vermoedelijke oorzaak en dader van de ramp. Tijdens de Watersnoodramp van 1953 was er sprake van springtij. Tijdens de Sint-Elisabethsvloed was dit niet aan de orde. Een langdurige periode van regelval zorgde ervoor dat de rivieren heel hoog stonden.
Helaas was toen door de Hoekse en Kabeljauwse twisten het onderhoud aan de dijken verwaarloosd. Als gevolg hiervan braken uiteindelijk de dijken door en kon het rivier- en zeewater het land overspoelen. Het uiteindelijke resultaat was een door en door nat gebied met zandplaten (opgeslibd) met daartussen watertjes, beken en kreken. Door de dijkdoorbraken en overstromingen in Zeeland en Holland, als gevolg van de Sint-Elisabethsvloed, vielen meer dan tweeduizend slachtoffers te betreuren. Naast de menselijke slachtoffers vielen meer dan dertig dorpen ten prooi aan het wassende water. Houwelingen is één van de dorpen die weer gedeeltelijk werd teruggevonden.
Het verhaal over het lot van Sliedrecht omtrent de ramp is fascinerend. Sliedrecht lag namelijk vóór de Sint-Elisabethsvloed aan de zuidelijke oever van de Merwede en werd ná de Sint-Elisabethsvloed opgebouwd aan de noordelijke kant van de oever van de Merwede. Ook de Grote Waard, een gebied dat 100 jaar eerder werd ingepolderd, was niet veilig voor het water en werd volledig verzwolgen.
Een ander gevolg van de Sint-Elisabethsvloed was dat de steden Geertruidenberg en Dordrecht van elkaar gescheiden werden. Als gevolg hiervan ontstonden er waterwegen rondom Dordrecht, waardoor de stad het zogenaamde stapelrecht verloor. Het stapelrecht was het recht dat Dordrecht had, dat bepaalde handelspulletjes eerst moesten worden uitgeladen vooraleer er mocht worden doorgevoerd. Maar door het nieuwe water dat ontstaan was, kon men dit nu gemakkelijk omzeilen. Bovendien werd Dordrecht afgesloten van het zuiden, hetgeen de handel ook niet ten goede kwam.