header image
 

Mariëndal

In de omgeving van Julianadorp ontstaat steeds meer natuurgebied. Als agrariërs (veehouders, akkerbouwers en tuinbouwers) de pijp aan Maarten geven, worden hun landbouwgronden vaak omgezet in natuurgebieden. Zo is één decennium geleden, aansluitend op De Donkere Duinen (op de rand van de stad Den Helder en Julianadorp), de natuur uitgebreid met ruim 50 hectare struinnatuur. Bollengrond werd omgezet in lage duintjes, duingraslanden en waterpartijen. Het gebied kreeg de naam Mariëndal en is onderdeel van het Duinzoomplan bij Den Helder.

 

Mariëndal Julianadorp aan Zee

 

Door de afmetingen van Mariëndal is het één van de grootste natuurontwikkelingsprojecten van Nederland. Een opvallend onderdeel van het gebied is de zogenaamde haye, een sloot waaruit vroeger zand werd gewonnen voor het opwerpen van de zanddijk. Bijzonder is ook de stromende duinrel die daar te vinden is. Er staat een hoog uitkijkpunt in Mariëndal waarop je een prachtig uitzicht hebt. Het terrein is in de winterperiode heel erg nat door de regelval en kwelwater uit de naastgelegen duinen. In de loop van de zomer daalt het waterpeil.

De eerste dieren zijn het gebied meteen gaan verkennen. De sporen van deze pioniers zijn overal in Mariëndal terug te vinden zoals keutels, holen, uilenballen en afdrukken van pootjes. Op deze manier verraden onder andere vossen, konijnen, hazen, uilen, ratten, muizen en talloze vogels hun aanwezigheid in het natuurgebied.

Vogelparadijs

Mariëndal trekt zeer veel gevleugelde vrienden aan: rotganzen, grauwe ganzen, watersnippen, scholeksters, smienten, krakeenden, slobeenden en meeuwen worden dagelijks gezien en vinden er hun rust. Daarnaast weten veel roofvogels het gebied te vinden. Mariëndal is zich steeds meer aan het ontwikkelen als rustplaats voor trekvogels. Met een beetje geluk zijn er op de locatie flinke groepen vogels te spotten die aan het foerageren of aan het rusten zijn. Toevallig of niet, maar Mariëndal ligt op een belangrijke vogeltrekroute. Regelmatig worden in Mariëndal excursies georganiseerd waarbij het mogelijk is om dichtbij de aanwezige vogels te komen. Ook de flora floreert enorm in het jonge natuurgebied; rietorchis, moeraskartelblad, ratelaar, ogentroost en de koekoeksbloem zijn er veelvuldig te spotten.

Rietorchis

De rietorchis is een Europese orchidee die goed gedijt in een vochtige omgeving. Het verspreidingsgebied van de rietorchis is beperkt. De plant komt alleen maar voor in Nederland, België, Luxemburg, Duitsland, Frankrijk en het noorden van Italië. Het voortbestaan van de plant staat onder druk door het verdwijnen van zijn voorkeurshabitat doordat gebieden worden drooggelegd, gebieden worden gebruikt voor land- en bosbouw en vochtige gebieden worden vermest.

Moeraskartelblad

De voorkeurshabitat van moeraskartelbladplanten zijn drassige, voedselarme gronden van moerassen, duinvalleien en hooilanden. Moeraskartelblad komt in Europa voor tot aan het noorden van Italië, de Oeral en de Kaukasus. In Nederland is moeraskartelblad vrij zeldzaam en in aantallen sterk afgenomen. Op het zaad van moeraskartelblad zit een zogenaamd mierenbroodje, op deze manier wordt het zaad ook via mieren verspreid.

Ratelaar 

De stengel van de ratelaar is opvallend vierkant. Aan deze vierkante stengel staan de bladeren twee aan twee. De ratelaar is een zogenaamde halfparasiet. Gedurende de winter groeit de wortel van de ratelaar uit en gaat op zoek naar de wortels van gras, klaver en andere planten. De ratelaar boort vervolgens deze wortels aan en onttrekt dan voedingsstoffen van zijn slachtofferplanten. Op deze manier kan de plant op voedselarme plekken overleven en heeft daardoor een groot concurrentievoordeel ten opzichte van andere planten. Doordat de ratelaar op gras parasiteert, is hij mateloos populair bij natuurbeheerders. Op deze manier dringt hij namelijk het gras terug, waardoor andere bloemplanten meer ruimte krijgen. Een fraai voorbeeld hiervan zijn orchideeën die prima gedijen in de buurt van ratelaars. Ratelaars zijn overigens zelf ook prachtige planten. Als ratelaars tot volle bloei komen, kleurt het veld betoverend geel. Een fantastisch gezicht. Ratelaars zijn ook favoriet bij insecten, ze worden dan ook vaak bezocht door onder andere hommels.

Ogentroost

Evenals de ratelaar is ogentroost een halfparasiet en boort hij ook met zijn wortels in de wortels van nietsvermoedende andere planten, bij voorkeur gras en cypergras. Op deze manier onttrekt hij water en voedingsstoffen van zijn slachtoffers. In tegenstelling tot bij de ratelaar overleeft de gastheerplant de aanval van de ogentroost wel. Ogentroost is ook zelf in staat tot fotosynthese.

Koekoeksbloem

Er wordt gezegd dat de koekoeksbloem pas gaat bloeien als de koekoek in het land is. Op de koekoeksbloem zijn vaak klodders schuim te zien. Vroeger dacht men dat dat het speeksel van de koekoek was. Maar het is niet een vogel die voor het schuim verantwoordelijk is, maar een insect: de schuimcicade. De schuimcicade vult zijn maag met het sap van de koekoeksbloem en bedekt zich vervolgens met schuim dat als beschermlaag dient. Voor hommels en zweefvliegen zijn koekoeksbloemen de ideale nectarbronnen. In Nederland komen drie soorten wilde koekoeksbloemen voor: de avondkoekoeksbloem, dagkoekoeksbloem en de echte koekoeksbloem. De avondkoekoeksbloem heeft witte bloemen en komt vooral in het duingebied voor. De dagkoekoeksbloem heeft rode bloemen en komt vooral in duinen, loofbossen en aan slootkanten voor. De echte koekoeksbloem heeft ook rode bloemen en komt vooral voor in vochtige weilanden.

Schotse Hooglanders 

Er stappen ook Schotse Hooglanders rond in Mariëndal. In het juiste jaargetijde dartelen er zelfs kalfjes rondom hun moeders; hetgeen uiteraard een zeer aandoenlijk en fraai gezicht is. De Schotse Hooglanders zijn koeien die totaal niet agressief naar mensen toe zijn en bovendien door hun lange vacht niet naar binnengehaald hoeven te worden gedurende de winter. Daarnaast behoeven ze weinig zorg en zijn derhalve uitermate geschikt voor natuurgebieden zoals Mariëndal. Schotse Hooglanders zorgen ervoor dat jonge scheuten planten worden weggevreten en dat bepaalde plantensoorten niet de overhand krijgen. Als je de natuur namelijk zijn gang laat gaan, ontstaan er overal verstikkende bossen waar amper ruimte is voor andere plantensoorten. Door de diversiteit in planten- en boomsoorten te waarborgen, blijven ook de verschillende diersoorten (insecten, zoogdieren, vogels, et cetera) Mariëndal bezoeken.

Honden

Voor mensen met een hond is Mariëndal een waar eldorado. De trouwe viervoeters mogen namelijk in het gebied loslopen. Ze kunnen dan lekker door de bossen rennen en zwemmen in de diverse heldere watertjes. Het enige waar je goed op moet letten zijn de vele fietsers die ook van het gebied gebruik maken. En de spaken van een fiets en een hond zijn geen fijne combinatie.