Midden in het Nederlandse duinlandschap doemen ze op als dreigende schepsels: enorme betonnen vormen uit een gitzwarte bladzijde uit de wereldgeschiedenis. Het zijn de bunkers van de Atlantikwall (Atlantische wal) die Nazi-Duitsland gedurende de Tweede Wereldoorlog bouwde. Tegenwoordig hebben de bunkers een lage status: ze zijn vervallen, beklad, overgroeid of bedolven onder het duinzand. Toch staan er nog heel veel van de tienduizend bunkers die langs de Atlantische kust zijn gebouwd.
De Atlantikwall was een 2.685 kilometer lange verdedigingslinie in de bezette gebieden die werd aangelegd ter voorkoming van een geallieerde invasie. Uiteindelijk zijn er meer dan tienduizend bunkers gebouwd langs de kustlijn van Noorwegen, Denemarken, Duitsland, Nederland, België en Frankrijk. Duitse ingenieurs tekenden gedurende de oorlog honderden verschillende type bunkers. Hitler gaf in december 1941 de opdracht tot de aanleg van de Atlantikwall welke is doorgegaan tot het einde van de Tweede Wereldoorlog. De gehele linie was toen nog niet voltooid, dus de Atlantikwall is nooit helemaal afgebouwd.
Van kustplaatsje tot bunkerdorp
Tijdens de Tweede Wereldoorlog kreeg Julianadorp en diens directe omgeving (weilanden, akkers, de Noordzeekust en de Koegraspolder) een heel ander gezicht. Het gebied ten zuiden van Julianadorp en de Noordzeekust van Koegras gingen ook deel uitmaken van de Atlantikwall. De Atlantikwall was in eerste instantie bedoeld als aanvalslinie richting Groot-Brittannië, maar door de grote verliezen van de Duitsers aan het oostfront in Rusland én de angst voor de Britten over zee, werd besloten de linie aan te leggen als verdedigingslinie. De totale lengte was zogezegd 2.685 kilometer en het plan bestond uit vijftienduizend bunkers die moesten worden gebouwd.
Het gedeelte van de Atlantikwall rondom Julianadorp en in de duinen van Koegras diende als verdedigingslinie tegen aanvallen uit het zuiden over land en aanvallen over zee uit het westen. De verdedigingswerken waren bedoeld voor het op 4 kilometer afstand ten noorden van Julianadorp liggende vliegveld De Kooy en de in Den Helder op 13 kilometer noordwaarts gevestigde rijks-scheepswerf plus de marinehaven aldaar. Organisatie Todt (OT), genoemd naar de voor het project verantwoordelijke Duitse minister Todt van het Derde Rijk, was de instelling die de gigantische verdedigingslinie moest aanleggen. Deze organisatie had in de jaren dertig en veertig van de vorige eeuw ook al de zevenduizend kilometerslange ‘Reichsautobahn’ in Duitsland aangelegd en de verdedigingslinie ‘Westwall’, waarvoor ook al veel bunkers waren gebouwd.
De Westwall was aangelegd bij de Frans-Duitse grens. Na zijn plotselinge dood in 1942 werd Todt opgevolgd door Albert Speer. In 1944 bemoeide veldmaarschalk Rommel zich nog met de aanleg van de Atlantikwall. Hij liet extra versperringen aanbrengen: mijnenvelden in de duinen en langs wegen én anti-luchtlanding-opstellingen op het strand en in de weilanden langs de kust.
Voor Julianadorp en diens directe omgeving, dat in 1940 ongeveer vijfhonderd inwoners telde, was de aanleg van de Atlantikwall een zeer ingrijpende verandering. Van een gemoedelijk landelijk dorpje met voornamelijk akkerbouw, vee- en bloembollenteelt, werd Julianadorp tussen 1941 en 1945 een bunkerdorp, dat ten zuiden, oosten en westen werd geïsoleerd van haar directe omgeving. Julianadorp werd bovendien ‘spergebied’ en alleen bewoners met een geldig persoonsbewijs, waarop te lezen was dat je bewoner van Julianadorp was, mochten in het dorp verblijven. Tevens werd het een verblijfplaats van veel Duitse militairen, die waren gehuisvest bij particulieren, in gevorderde huizen en in de bunkers.
Unieke bunkers
Eén van de laatste stellingen welke door de Duitsers is toegevoegd aan het ‘Verteidigungsbereich Den Helder’ was de ‘Seeziel Batterij Zanddijk’, onderdeel van de Atlantikwall. In deze batterij stonden vijf bomvrije bunkers gepland waarvan er uiteindelijk vier zijn gebouwd. De vuurleiding werd aangestuurd vanuit een ‘Leistand’ van het type M120. Deze bunker was uitgerust met meetapparatuur welke de twee naastgelegen geschutbunkers van informatie moest voorzien. De Leistand bevond zich tussen de twee geschutbunkers, maar is nimmer operationeel geweest. De bunker had het bouwnummer 3752 en is na de oorlog gesloopt. De geschutbunkers waren van het unieke type M219. Dit type bunker is pas in 1944 vrijgegeven om te bouwen en de twee enige gebouwde exemplaren van de hele Atlantikwall bevinden zich in deze batterij in Julianadorp.
Met de bouw van de batterij is pas aan het einde van 1944 begonnen, waarvoor eerst een mijnenveld moest worden geruimd wat hier eerder in de oorlog was neergelegd. De batterij is door het beëindigen van de oorlog nooit in gebruik geweest, maar de twee M219’s en M120 waren ‘benutzbar’ waarvan één M219 in de boeken staat als ‘O.T. fertig’. Dit hield in dat de ruwbouw van deze bunker was afgerond en men kon beginnen met het inrichten van de bunker. De M219 die O.T. fertig was, is de zuidelijke bunker met bouwnummer 3751.
De M219 bestond uit twee verdiepingen en een geschuttoren. De bunker had een breedte van 14,4 meter bij 18,6 meter en een hoogte van 9,4 meter. Alleen via de onderste verdieping was het mogelijk om de geschuttoren van de M219 te bereiken. De M219 bestond verder uit vijf minutieruimtes, een verwarmingsruimte en een ventilatieruimte die de schadelijke kruitdampen uit de geschuttoren moest filteren. De enige ingang tot de bunker bevond zich op de eerste verdieping. Hier bevond zich tevens de machinekamer van het geschut, een koelwatervoorziening en de brandstofopslag voor de aggregaten welke in de machinekamer stonden.
Het was de bedoeling om de twee M219’s uit te rusten met zeer zwaar geschut. De schacht voor het kanon is maar liefst 10 meter hoog en heeft een diameter van 3 meter. Toen de Duitse slagkruiser Gneisenau nieuwe bewapening kreeg, werden de oude dubbelloops kanonnen naar Julianadorp vervoerd om ze in de M219’s te bouwen. Deze kanonnen konden acht granaten per minuut afvuren. Om het geschut te bedienen waren tien soldaten en één onderofficier nodig. De twee unieke bunkers van het type M219 zijn te zien op Strandslag De Zandloper. Als je de strandopgang oploopt zie je ze verschijnen tussen de duinen.
T40 Kantine bunker
In de duinen van Julianadorp aan Zee bevindt zich naast de unieke M219’s nog een bunker van de Atlantikwall: de T40 kantine bunker. De T40 is een kantinebunker van de Radarpost Salzhering Den Helder. Deze bunker bevindt zich in een duingebied waar nog tapuiten broeden. Er zijn nog maar een handjevol plaatsen in Nederland waar deze vogelsoort broedt, hetgeen het gebied dus zeer kwetsbaar en bijzonder maakt.