Het is een gebied dat regelmatig overspoeld wordt met zeewater en waar vaak een harde, zilte wind loeit. Bovendien is het voedselaanbod er beperkt en bevindt het zoet water zich op grote diepte. Kortom; de overgangszone tussen het strand en de eerste duinen is een soort niemandsland waar de barre omstandigheden amper te verenigen zijn met het leven. Althans! Er zijn toch nog organismen die de uitdaging aangaan en er bijzonder goed gedijen. Zeeraketten bijvoorbeeld.
Nee; zeeraketten zijn geen spannende ruimteschepen die vanuit de zee het oneindige heelal ingeschoten worden. Zeeraketten zijn planten waarbij het woord ‘raket’ is afgeleid van het Franse woord Roquette, hetgeen een witte koolsoort is. Echter, een witte koolsoort is de zeeraket geenszins, het is een bossige plant met mooie lila bloemen wiens voorkeurshabitat het zandstrand is.
Om daar te overleven, heeft de zeeraket wel de nodige aanpassingen. Een lange penwortel zorgt enerzijds voor een robuuste verankering in het bij tijd en wijle vijandelijke strand en de mogelijkheid om het diepgelegen zoetwater op te zuigen. Het opgezogen water moet uiteraard gekoesterd worden. Om te vóórkomen dat het kostbare goedje verdampt, heeft de zeeraket een vlezige, vetplantachtige structuur.
Om te voorzien in de noodzakelijke voedingsstoffen maakt de zeeraket handig gebruik van de vloedlijn. De vloedlijn is het meeste vruchtbare deel van het strand. Het is een lint van allerlei organisch materiaal waaronder hout en wier. Deze materie wordt door ter plaatse zijnde micro-organismen omzet naar stikstof, de ideale meststof voor de zeeraket. Zeeraketten zijn als het ware de kwartiermakers van het strand. Door de wortelstructuren wordt het zand bijeengehouden en worden nieuwe duinen geboren, die op hun beurt weer een ideale leefomgeving vormen voor andere plantensoorten.
Voor de voortplanting maakt de zeeraket dankbaar gebruik van insecten. Insecten komen niet zomaar. Echter de bloemen van de zeeraket ruiken naar zoete honing hetgeen allerlei insecten aantrekt. Insecten die op de bloemen duiken, komen in nauw contact met het stuifmeel dat op deze manier op andere bloemen terecht kan komen.
De manier van verspreiding van de zeeraket is heel ongewoon voor Nederlandse begrippen. Enerzijds verspreidt de plant via het zaad dat door het zeewater gedragen wordt; de wand van het zaad bestaat voor een groot deel uit kurk dat verantwoordelijk is voor het drijfvermogen. Het zaad van de zeeraket kan meer dan één week op zee ronddobberen. Anderzijds laat een afgestorven zeeraket zich met de wind meewaaien naar een ander stukje strand waar dan ook het zaad terechtkomt. Deze methode van verspreiding is ook gangbaar in woestijnen en andere droge omgevingen.
Zeeraket is bovendien een eetbare plant. De bladeren, knoppen en stelen zijn geschikt voor menselijke consumptie. De plant zit onder andere vol met vitamine C. Zeeraket is echter bitter! Als je de wortel van de zeeraket verpulverd ontstaat meel waarmee je brood kunt bakken, hetgeen bij onze oosterburen in het verleden nog weleens gedaan werd. De plant werd vroeger veel gegeten door arme mensen die in de kustgebieden woonden. Naast de culinaire mogelijkheden, wordt de zeeraket ook geneeskrachtige kwaliteiten toebedeeld.