Als je hem met zijn lange poten in actie ziet, moet je direct denken aan Road Runner, de tekenfilm-renkoekoek die met hoge snelheid over het witte doek raast en in allerlei hilarische situaties terechtkomt: miep-miep!!! Daarnaast lijkt hij ook op een andere filmheld: zijn kopje wordt opgesierd met een karakteristiek Zorro-maskertje …
Welkom in de wereld van de tapuiten!
Tapuiten zijn kleine zangvogeltjes die naast het zwarte masker een bruine staart hebben waarin een karakteristiek zwart T-patroon is verweven. Deze fladderende, insectenetende kunstwerkjes zaaien dood en verderf onder priegelbeestjes die zich tussen het gras proberen te verstoppen. De Zorro-look-a-likes broeden in het uiterste noorden van Europa, maar overwinteren in Afrika, ten zuiden van de Sahara. Tijdens het jaarlijks op en neer pendelen worden enorme afstanden afgelegd, waarbij sommige exemplaren aan het einde van de trek meer dan vijftienduizend kilometer op de teller hebben staan.
Voor een groot deel van de tapuiten ligt Nederland op de trekroute en is als ‘doortrekker’ voor vogelaars veelvuldig waar te nemen. De meeste tapuiten verlaten in augustus en september weer ons landje. Sommige tapuiten vliegen niet verder noordwaarts, maar besluiten om hun nest te bouwen in Nederland, maar deze aantallen worden steeds kleiner. Enkele decennia geleden waren er nog duizenden broedkoppeltjes in ons land, de laatste tijd nog maar een paar honderd!
Hoe is het zover gekomen?
Tapuiten houden van een boomloos terrein waarbij het duinlandschap hun favoriete leefgebied vormt: open duinen met kale, schrale en zanderige plekken, waar bovendien veel konijnen leven. Konijnenholen zijn namelijk noodzakelijk als broedholtes voor de vogeltjes.
En daar wringt de schoen …
De meeste duinen zijn helemaal dichtgegroeid met helmgras. Het zogenaamde dynamische beheer met verstuivende duinen wordt niet meer veel toegepast. Het wordt gezien als gevaarlijk voor de mens. Hierdoor vergrast het duinlandschap en verdwijnt de noodzakelijke biotoop voor de tapuit. En konijnen zie je ook steeds minder. Vroeger dook op iedere hoek van de straat Flappie op, maar die tijd is voorbij. De laatste tijd hebben ziektes ervoor gezorgd dat er nog maar een derde van het konijnenbestand van weleer over is. Op de korte termijn zijn plaggen, maaien en begrazen (geiten, schapen, koeien, pony’s en paarden) de toverwoorden om de tapuit in Nederland in leven te houden. Op de lange termijn moet de wind weer zijn werk kunnen doen in de duinen, waardoor het een dynamisch geheel wordt.
Ongeveer vijfentwintig procent van de broedende tapuiten in Nederland komen voor in de Noordduinen: het gebied tussen Groote Keeten en Julianadorp aan Zee. Vroeger was daar nog een schietbaan van defensie, tegenwoordig klinkt er geen wapengekletter meer van soldaten in vredestijd. In de Noordduinen wordt er alles aangedaan om het de tapuiten naar het zin te maken. De duinen mogen verstuiven, het gras wordt kort gehouden waardoor de insecten er levendig tieren. In heel Nederland zijn er minder konijnen, behalve in dat gebied. Deze konijnen leveren enerzijds de holen en anderzijds vreten zijn het gras kort. Er is nog wel een probleem waar de Noordduinen-tapuiten-kolonie mee te kampen heeft.
Vossen!
In het gebied leeft Reintje. Hij eet veel van de met tapuitkuikens-gevulde-konijnenholen vakkundig leeg. Als de ingang te klein is, graaft hij het hol gewoon uit. Daarnaast zijn tapuiten bijzonder plaatsgetrouw. De jonge tapuiten vliegen uit, maar niet in de figuurlijke zin van het woord. De tapuiten die in de Noordduinen bivakkeren blijven in dat gebied. Genetische verarming ligt dan op de loer!