Biddende sperwers boven Julianadorp aan Zee!

Het duinlandschap is mooi en intrigerend. Het is een landschap dat volledig door de wind is gecreëerd. De wind die constant het zand verplaatst en de duinen in de meest fraaie vormen boetseert. Helmgras is de enige tegenspeler van de wind. Als helmgras wortelschiet in de duinen wordt het voor de wind moeilijker om het zand te verplaatsen en staat de vorm van de duin min of meer vast.

Duinen zijn niet alleen een lust voor het oog, het zijn ook gebieden waar dieren en planten weelderig tieren. Eén van de meest markante bewoners van de duinen zijn sperwers. Deze kleine roofvogels ‘bidden’ geduldig boven de duinvalleien. Met dit bidden wordt niet bedoeld dat zij zich wenden tot een hogere vogelmacht, maar dat ze als een helikopter minutenlang onbewogen in de lucht hangen vooraleer ze middels een ferme snoekduik zich naar het aardse oppervlak storten om een nietsvermoedend muisje te laten hemelen. 

Naast de sperwer zijn er maar een paar andere roofvogels die deze jachttechniek in huis hebben, daarvan is de torenvalk het meest bekend. Ook uilen bidden. Tijdens het bidden maken de vleugels snelle bewegingen en is de staart gespreid. Het resultaat is dat de vogels nagenoeg stil in de lucht blijven hangen!

Kolibries hangen ook stil in de lucht, bidden zij ook?

Nee.

Kolibries klapwieken eveneens als een bezetene, maar bij hen noem je dat geen bidden. De term bidden is alleen voorbestemd aan vleesetende vogels.

Als een sperwer bidt, tuurt hij voornamelijk naar de grond voor smakelijk maaltjes: muisjes en dat soort werk. Echter op de eerste plaats van zijn menukaart staan geen kleine zoogdieren, maar andere vogelsoorten. Meer dan negentig procent van zijn prooidieren bestaat uit gevleugelde vrienden. Sperwers zijn bijvoorbeeld dol op spreeuwen. Maar deze beesten laten zich niet zomaar vangen. Het sterkste wapen wat spreeuwen inzetten, is het samenscholen in zwermen. Spreeuwen kunnen tot gigantische aantallen samenzwermen en zich vervolgens als één lichaam door de lucht bewegen. 

Sperwers jagen zo’n zwem spreeuwen op, waarbij er zich voor de toekijkende mens een prachtig schouwspel voltrekt. De zwem beweegt zich als een elegante lavalamp door de lucht, de meest fantastische vormen aannemend. Als de sperwer in de buurt van de spreeuwenzwerm komt, wordt snel collectief een andere richting opgevlogen. Als spreeuwen zo tezamen vliegen heeft dat één groot voordeel; iedere individuele spreeuw is relatief veiliger; de kans dat je als individu gepakt wordt, is kleiner.

De sperwer is een fantastische jager, maar niet alle ingezette aanvallen zijn even succesvol. Slechts vijf procent van zijn pogingen wordt beloond. Wat verder opvalt bij sperwers is dat de dames veel groter en zwaarder zijn dan de heren. Het scheelt grofweg een factor twee!

Sperwers leven en jagen in bos- en duingebieden, maar tegenwoordig ook steeds meer in dorpen en steden. Dat heeft voor een deel te maken met een andere roofvogel; de havik! Sperwers hebben niet veel vijanden, maar voor haviken kunnen ze beter een stukje omvliegen, als ze daar nog de kans voor krijgen. Als een havik zich een bos en of stuk duin toe-eigent, is er geen ruimte meer voor de sperwer en kan hij beter zijn biezen pakken om elders zijn heil te zoeken.