Piepkleine wezels in Julianadorp aan Zee!

De grijze zeehond is het grootste roofdier van Nederland. Als een mannetje op de weegschaal gaat staan, stagneert de wijzer pas bij het streepje van 350 kilogram. Slecht 35 gram is het gewicht van het kleinste roofdier dat zich in Nederland laat zien: de wezel. Dat scheelt een factor 10.000 …

Wezels komen in heel Nederland voor met uitzondering van de Waddeneilanden. Ook in het duinlandschap zijn ze met een beetje geluk te spotten. Een ongeoefend oog kan de wezel zomaar verwarren met de hermelijn. Ze lijken inderdaad erg op elkaar, maar niet qua formaat. Een hermelijn is stukken groter en minimaal tien keer zwaarder. Hermelijnen laten zich overigens in alle Nederlandse biotopen zien, dus ook in de duinen.

In de Nederlandse taal wordt vaak het gezegde gebezigd: ‘zo bang als een wezel’. Maar dit is volledig onterecht. Ondanks het feit dat het piepkleine rovers zijn, maken ze bij tijd en wijle korte metten met prooidieren die een flink stuk groter zijn. Konijnen bijvoorbeeld. Je zou dus beter kunnen zeggen: ‘zo dapper als een wezel’.

Een wezel wil zich af en toe wel aan flappie vergrijpen, maar muizen staan op de eerste plaats. Deze kleine knagers worden tot in hun holen opgejaagd en vervolgens gedood. Dit doden gaat via een ferme en resolute beet in de nek. Geen nekschot, maar een nekbeet dus; de dood treedt direct in. 

Iedereen heeft op televisie weleens een natuurdocumentaire gezien met de fameuze stokstaartjes in de hoofdrol. Het zijn fantastische dieren die in grote groepen leven in de Afrikaanse prairie. Ieder individueel stokstaartje heeft een specifieke taak. Sommige hebben de functie als wachter en staan op de uitkijk: zij moeten de groep behoeden voor gevaar. Daarbij gaan ze op hun achterpoten staan om zo goed de situatie te kunnen overzien. Als een wezel de omgeving wil verkennen, gaat hij ook op zijn achterpoten staan. De stokstaartjes van de polder!

Wezels gaan dag en nacht op jacht. Dat is niet zomaar. Zij moeten ervoor zorgen dat er een constante aanvoer van voedsel is, anders weigert de stofwisseling dienst en gaat het diertje onherroepelijk dood. Zoals eerder gezegd zijn muizen de belangrijkste prooidieren van wezels. Als er een goed muizenjaar is, is dat ook goed voor de wezels. Wezels kunnen meerdere keren per jaar jongen krijgen en bovendien onafhankelijk van de tijd van het jaar. Ditzelfde geldt voor muizen. Op deze manier ontstaat er een mooi evenwicht tussen de beide diersoorten. Door de hoge productiedrang van wezels komt het voor dat het vrouwtje de jongen van verschillende worpen tegelijkertijd verzorgt!

Uiteraard hebben wezels vijanden. Vroeger was dat ook de mens. Zij zagen in wezels bloeddorstige moordmachines die het op de kippetjes en tamme konijntjes hadden gemunt die rondom het erf scharrelden. Tegenwoordig is het ten strengste verboden om wezels te vangen; het is een beschermde diersoort. Voor de mens hoeft een wezel dus niet meer wakker te liggen, maar voor uilen en vossen heeft hij wel slapeloze nachten. Voor deze diersoorten verandert de status van de wezel in luttele seconden van jager tot bejaagde!