Onmiskenbare baardmannetjes in Julianadorp aan Zee!

Onlangs waren Nico de Haan en Hans Dorrestein op de buis te bewonderen in een natuurserie over vogels. De humorloze de Haan en de van droge humor doorspekte Dorrestein bleken een perfect duo te zijn om de niet-vogelaars van Nederland op een ludieke manier kennis te laten maken met de gevleugelde vrienden die het luchtruim van ons polderlandje bevolken. Het programma draagt de toepasselijke naam De Baardmannetjes. De beide presentatoren zijn namelijk baarddragend en in één van de afleveringen speelde het baardmannetje de hoofdrol.

Het baardmannetje!

Bij vogeltaalpuristen zet de naam het ‘baardmannetje’ direct kwaad bloed. Verkleinwoorden zijn namelijk in de vogelwereld tegenwoordig not done. Zij spreken van de baardman! Het is maar goed dat de dames baardmannen er ook geen principekwestie van maken. Zijn de taalfanatici nog te sussen door het ‘tje’ weg te gummen, als de emancipatie onder de baardmannen hoogtij gaat vieren, zijn de rapen echt gaar; zowel de woorden ‘baard’ als ‘man’ refereren naar het sterke geslacht! Ga dat maar eens naar ieders tevredenheid oplossen.

Het kaneelbruine mannetjes baardmannetje heeft een grijze kop met opvallende baardstrepen; bakkebaarden welteverstaan. Het vrouwtje draagt eveneens de kleur van het genoemde specerij, maar ontbreekt het aan de grijze kop en de baardstrepen. Naast het onmiskenbare verenkleed is ook het geluid dat baardmannetjes produceren uit duizenden te herkennen. Het riedeltje dat uit de snavel ontsnapt heeft nog het meeste weg van een racefietsbel: ting ting, ting ting.

Wie baardmannetjes in levende lijve wil aanschouwen, moet naar het rietlandschap togen. Tussen de riethalmen door buitelt het baardmannetje als een volleert acrobaat en maakt het het kleine priegelbeestjes en ander microgespuis het leven zuur. Tijdens de zomer is het baardmannetje een ware carnivoor en staan insecten en spinnen op het menu, die rondkruipen in de rietmoerassen. In de winter, als bovengenoemde dierlijke eiwitten minder voorradig zijn, staat de vegetariër in hem op en schakelt hij moeiteloos over op rietzaden. 

Op een wonderbaarlijke manier past ook het maag-darmkanaal van het vogeltje zich hier moeiteloos op aan: de maagwand wordt harder, steviger en gespierder, net als bij echte zaadeters. Evolutie in optima forma. Hiermee omzeilt het baardmannetje een gevaarlijk reis zuidwaarts. Een trek vol met gevaren. Echter gedurende de winter in Nederland blijven is ook niet zonder risico’s. 

Als het kwik in de thermometer tijdens het vierde jaargetijde een vrije val maakt en steenkoude oostenwinden over het rietlandschap jakkeren, waardoor de met-zaden-gevulde-rietpluimen een ondoordringbare coating van ijs of sneeuw verkrijgen, komen de baardmannetjes onherroepelijk in de gevarenzone.

Baardmannetjes hebben derhalve letterlijk een broertje dood aan strenge winters; ze vallen dan bij bosjes om. Daar staat gelukkig tegenover dat de jaarlijkse baardmannetjesaanwas zeer groot is; in één jaar kan één paartje meerdere broedsels leggen en meer dan twintig jongen groot brengen. De nesten die monogame baardmannetjes overigens maken, worden op een fraaie manier van rietbladeren en rietpluimen gevlochten.

Het grootbrengen van de jongen is echt family business waarbij de jongen uit een eerder nest meehelpen om hun net-uit-het-ei-gekropen-broertjes-en-zusjes uit een later nest een handje helpen.