Nietige goudhaantjes in Julianadorp aan Zee!

Bij het woord goudhaan denkt menigeen aan een grote mannelijke kip die door jarenlange selectie van pluimveeveredelaars de kleur heeft aangenomen van het meest waardevolle edelmetaal.

Niets is minder waar!

Met slechts vier gram is de goudhaan het kleinste vogeltje van Nederland, zelfs van Europa. Vogelaars spreken dan ook liefkozend van het goudhaantje, hetgeen bij vogeltaxonomen, die het purisme heilig hebben verklaard, direct kwaad bloed zet: verkleinwoorden zijn not done in de wetenschap!

Het goudhaantje is overigens niet het kleinste vogeltje van de wereld. Als de op Cuba rondzoemende bijkolibrie op de weegschaal gaat staan, stagneert de wijzer al bij het streepje van anderhalve gram. De piepkleine goudhaantjes zijn goed te herkennen aan hun fraai gekleurde kruinstreep. Een geel streepje waarvan het lijkt alsof hij net getrokken is door een vers stukje krijt. Verder heeft hij een bruingrijsgroen verenpak en een teer snaveltje.

Je zou denken dat zo’n klein kwetsbaar vogeltje geen grote reisplannen heeft en altijd Rundum Hause blijft. Nee hoor! Het goudhaantje overwintert in het zuiden van Europa en richt zijn kompas in het voorjaar weer noordwaarts. Aan het einde deze pendeltocht staan er meer dan tweeduizend kilometers op de teller. Als ze al terugkomen, want de risico’s voor deze lichtgewichten zijn enorm.

Overal liggen gevaren op de loer liggen. Als de weerselementen het bijvoorbeeld op hun heupen krijgen, blijven de goudhaantjes nergens meer en worden ze weggeblazen. Tijdens hun trektocht moeten ze ook beducht zijn voor roofvogels. Als ze onderweg een grote meeuw tegenkomen is het; hap-slik-weg! Voor deze en andere grote watervogels is het kleinste landvogeltje van het oude continent een lekker snackje; een appetijtelijk tussendoortje. 

Het is een duivelsdilemma. Als goudhaantjes in Nederland blijven, krijgen ze de Hollandse winter over zich heen. Omdat het goudhaantje piepklein is, verliest hij relatief veel warmte bij lage temperaturen. Om gedurende een ijskoude nacht niet dood te vriezen, stookt hij daarom meer dan twintig procent van zijn lichaamsgewicht op, om de noodzakelijke warmte vrij te maken. Een eenvoudig rekensommetje leert dan, dat na vijf dagen nachtvorst het vogeltje in niets zal opgaan!

Vogelaars die het goudhaantje in het vizier van hun verrekijker willen hebben, moeten veel geduld hebben; de vogeltjes fladderen en buitelen rusteloos heen en weer van tak tot tak. Het geluid dat ze hierbij maken lijkt op dat van een kruiwagen met een piepend wieltje. Ondanks hun kleine gestalte zijn goudhaantjes voor de duvel niet bang en komen bijkans uit je hand eten of landen brutaal op je schouder.

Goudhaantjes zijn echte insecteneters, die vrijwel doorlopend priegeldiertjes versmaden om hun hoge stofwisseling aan de praat te houden. Vaak hangen ze ondersteboven aan een takje om hun maaltje bij elkaar te scharrelen. Het vogeltje lijkt de hele dag op hoog nivo te turnen, waarbij de takjes en twijgjes als rekstokjes fungeren.

Het goudhaantje zal nimmer zijn verjaardag kunnen vieren. Simpelweg omdat hij nooit de kans krijgt om te verjaren: vóór zijn eerste levensjaar is hij namelijk al lang de pijp uit. De levensverwachting van het goudhaantje is slechts acht maanden!