Mensschuwe purperreigers in Julianadorp aan Zee!

Vroeger verdwenen blauwe reigers regelmatig in de stoofpot en werden ze als een ware delicatesse beschouwd. Dat maakte van de blauwe reiger een mensschuwe vogel die op gepaste afstand van de Nederlandse bevolking bleef. Echter sinds een halve eeuw is de blauwe reiger volledig beschermd en moet iedereen er met zijn fikken vanaf blijven. 

En dat merk je! De blauwe reiger is tegenwoordig een hondsbrutaal schepsel die voor de duvel niet bang is. De angst voor mensen is totaal vervlogen; het zijn feitelijk semi-tamme beesten geworden. Duurden het bij de voorlopers van honden en katten honderden jaren voordat zij uit de hand aten, bij de blauwe reiger is dat huzarenstukje binnen zestig jaar bijna gerealiseerd.

Iedereen herkent het beeld wel van een blauwe reiger die langs de waterkant zit naast een sportvisser: gebroederlijk bij elkaar als twee doorgewinterde vismaten. De stoïcijnse blauwe reiger verroert geen vin. Maar op het moment dat de visser beet heeft, blijkt de vogel toch geen standbeeld te zijn en is hij niet te beroerd om in één flits er met de buit vandoor te gaan. Een vloekende en tierende visser achterlatend.

In schril contrast hiermee staat zijn kleine neefje de purperreiger. Deze is een stuk minder brutaal, sterker nog hij is extreem schuw. De purperreiger is de slanke, kleine versie van de blauwe reiger. Hij heeft een zwarte kruin op zijn kop, waardoor het lijkt alsof hij een petje op zijn knar heeft staan. Evenals de blauwe reiger vliegt de purperreiger met een ‘doorgezakte nek’, maar het silhouet van de purperreiger is zeer karakteristiek; hij heeft lange uitstekende poten met lange tenen. 

Het grote onderscheid tussen de twee reigers zit hem vooral in het verenpak. Het verenkleed van de purperreiger is donkerder dan dat van de blauwe reiger en heeft bovendien een verrassing in huis. Deze surprise openbaart zich als er een straaltje van de koperen ploert op valt. Op het moment dat er zogenaamd strijklicht op de vacht van de purperreiger schijnt, lijkt het net alsof er een purperen gloed vanaf straalt. Het beest heeft hier diens naam aan te danken. Strijklicht is zonlicht dat bijna horizontaal op een voorwerp valt en toont zich op het moment van een opkomende en ondergaande zon. Strijklicht accentueert de structuur van het onderwerp, zo ook dat van de purperreiger. De betoverende kleur van de purperreiger werkt hypnotiserend op het oogzintuig van de mens. 

Daar de blauwe reiger overal in Nederland te spotten valt, heeft de purperreiger zich teruggetrokken in de voor de mensen ondoordringbare moerassen en rietlandschappen van Nederland. Iedereen die een bootje stapt, maakt een kleine kans om vanaf de waterkant oog in oog te komen met de purperreiger. Echter wanneer hij de pottenkijker in de smiezen krijgt, maakt hij zich snel uit de voeten.

Purperreigers komen in maart naar Nederland om te broeden en pakken hun biezen in september om in West-Afrika, in kuststrook van Senegal tot Ghana, te overwinteren. De blauwe reigers daarentegen zijn het hele jaar door in Nederland te spotten. Als purperreigers vertrekken, dan vertrekken ze ook massaal. Binnen een paar dagen is de hele populatie vertrokken. Er zitten dan dagen bij dat er honderden ‘purpers’ op één dag de grens overtrekken. Purperreigers zijn vogels die onderweg nauwelijks eten en derhalve goed moeten zijn opgevet vooraleer ze aan de reis aanvangen.

Purperreigers zitten dus langer in natte foerageergebieden van de Afrikaanse Sahel dan in moerasgebieden van Nederland. Je zou dus kunnen zeggen dat een Afrikaanse vogel is die in Nederland broedt. De vierduizend kilometerslange reis, waar ze zeven dagen over fladderen, zit overigens vol met gevaren. Zo moeten ze de Sahara zonder kleerscheuren zien te overleven; de grootste zandbak van de wereld waar bij tijd en wijle dodelijke zandstormen rondrazen. Ook moeten purperreigers kogels zien te ontwijken die vanaf de grond massaal op hen worden afgevuurd door vogeljagers!