Hamsterende eekhoorns in Julianadorp aan Zee!

Hij wordt beschouwd als het populairste in het wild levende zoogdier van Nederland.

De eekhoorn!

Niet verwonderlijk natuurlijk. Het is prachtig om ze als kleine acrobaatjes moeiteloos van boom naar boom te zien dartelen. En alsof er geen zwaartekracht bestaat loodrecht tegen een boomstam zien op te sprinten. De aaibaarbaarheidsfactor van deze rode knagers is derhalve torenhoog. Wie raakt er nou niet ontroerd van zijn fraaie pluimstaart en schattige pluimoortjes! Je blijft het toch altijd als een geluksmomentje ervaren als je een eekhoorn in het bos spot.

Naast het feit dat de eekhoorn een mooie staart heeft, is de staart ook nog eens multifunctioneel: tijdens het lopen over dunne boomtakken houdt de staart hem als een koorddanser in evenwicht. Als hij naar beneden springt, maakt hij zijn staart breed en werkt deze als een parachute die een zachte landing waarborgt. Op zonnige dagen fungeert hij als parasol en tijdens de vorst doet de staart dienst als een warm dekentje.

Eekhoorns zijn de hele dag in de weer om voedsel te verzamelen, ze zullen wel moeten. Eekhoorns houden namelijk geen winterslaap en moeten dus het hele jaar door kunnen knabbelen. Echter in de winter hangt er niets knabbelbaars meer aan de bomen, om deze periode door te kunnen komen leggen ze derhalve voedselvoorraden aan.

Ze verstoppen de verzamelde nootjes en zaadjes in boomholtes, in de oksels van boomtakken of een kuiltjes in de grond. Eekhoorns weten overigens precies welk voedsel houdbaar is en welk niet; de verse producten eten ze direct op. Door zijn uitmuntende reukvermogen weet hij zijn voedsel uiteindelijk weer feilloos terug te vinden. Soms vinden ze hun etenswaar niet meer terug en zorgen ze op die manier voor de verspreiding van zaden. Eekhoorns weten overigens heel goed het verschil tussen mijn en dijn en stelen derhalve geen voedsel van soortgenoten. 

In sommige jaren hebben eekhoorns het moeilijk. Dit heeft vaak direct te maken met de hoeveelheden eikels en beukennootjes die beschikbaar zijn. In duingebieden is het eekhoornbestand de laatste tijd zelfs in een vrije val terechtgekomen. De duinpopulaties waren al niet zo groot en door de onvermijdelijke inteelt die daar plaatsvindt zijn de dieren vatbaarder voor allerlei ziektes.

Naast ziekmakende bacteriën en virussen heeft de eekhoorn verschillende natuurlijke vijanden; in bomen wordt hij op zijn hielen gezeten door de marter, op de grond wordt hij door Reintje bejaagd en vanuit de lucht wacht de havik op zijn kans. Als een eekhoorn moet vluchten, rent hij in een spiraalvorm een boom in; om zijn belagers op het verkeerde been te zetten. In de boom zelf is een marter nog sneller en behendiger dan een eekhoorn. De eekhoorn moet dan zijn laatste troef voor de dag toveren. Hij heeft namelijk het lef om van grote hoogtes naar beneden te springen om vervolgens een zachte landing te maken door zijn staart als valscherm te gebruiken. De marter durft dan alleen maar toe te kijken.

Gelukkig heeft de eekhoorn van de mens niets te vrezen, hij wordt juist enorm geadoreerd. Als mensen echter plaats nemen achter het stuurwiel van een auto, is het oppassen geblazen voor het rode knaagdier; jaarlijks worden er namelijk talloze eekhoorns platgereden. Daarnaast laten mensen bij tijd en wijle exotische eekhoorns, zoals de grijze eekhoorns en roodbuikeekhoorns, ontsnappen uit dierentuinen en dierenwinkels. Deze allochtone eekhoorns kunnen zich prima handhaven in de vaderlandse natuur. Helaas wringt daar wel de schoen.

In Nederland is de rode eekhoorn inheems. Doordat de allochtone eekhoorns voedsel en leefgebieden opeisen, komen de autochtone exemplaren in zwaar weer terecht. Zo blijven de rode eekhoorns netjes van elkaars proviandkastjes af, de exoten hebben duidelijk een andere moraal en zetten het op het plunderen als ze de kans krijgen. 

Om het voortbestaan van de inheemse rode eekhoorn te waarborgen, probeert men de exoten op een diervriendelijke manier uit de natuur weg te vangen. Dit gaat gelukkig gemakkelijk omdat ze goed zijn te onderscheiden van de rode eekhoorn. Het is nu wachten op de dag dat er ergens een koppeltje Japanse eekhoorns uit een dierentuin ontsnapt of moedwillig wordt losgelaten. Deze eekhoorns uit het land van de reizende zon zijn helaas wolven in schaapskleren. De Japanners lijken namelijk als twee druppels water op de rode eekhoorns en zijn dus na introductie, amper meer uit de natuur weg te vangen!