De koolmees en de pimpelmees kent iedereen wel, maar de buidelmees? In tegenstelling tot zijn halve naamgenoten, die gespoten zijn in fraaie kleuren, is het verenpak van de buidelmees vaalbruin. Daarnaast dragen ze een zwart gezichtsmasker dat vanaf het voorhoofd tot aan de wangen loopt. Door deze onopvallende verschijning én het feit dat ze in Nederland vrij zeldzaam zijn, is de buidelmees de grote onbekende bij veel mensen.
De buidelmees is niet de vogelafgezant van de buideldieren, beesten die een buidel met zich meetorsen om daar hun belhamels in te vervoeren. De naam buidelmees heeft hij te danken aan de vorm van het nest dat hij bouwt. Een nest dat als een architectonisch hoogstandje beschouwd kan worden, zeker als je je realiseert dat de ontwerper en bouwer zo’n klein schepsel is.
Het buidelmeesmannetje weeft namelijk zijn buidelvormig nest. Een groot nest met een heuse toegangsslurf voor de opening. Als je geluk hebt, kun je de buidelmees behendig door de taken zien buitelen tijdens deze bouwactiviteiten. Het nest wordt hoog aan een boomtak gebouwd, liefst boven het water om rovers buiten de deur te houden. Het mannetje is verantwoordelijk voor de ruwbouw van het penthouse.
Om een vrouwtje te lokken moet hij ervoor zorgen dat het een aantrekkelijk liefdestulpje wordt. Als er eenmaal een dame is gevallen voor de bouwnijverheid van het mannetje, zorgt zij verder voor de uiteindelijk afwerking van het nest. Zo wordt de binnenkant van het optrekje met zacht schapenwol en zaadpluis bedekt. Uiteindelijk hangt én slingert er een mooi buidelnest hoog aan de boomtak. Slingert?
Jazeker, remiz pendulinus is namelijk de wetenschappelijke naam voor de buidelmees. In het woord pendulinus lezen we het woord pendelen. Dat heeft met het slingerwerk van een uurwerk te maken. Het nest hangt vrij aan een boomtak, op en neer te pendelen als het hard waait.
Bij het tot stand komen van het nest is er dus een prettige samenwerking tussen het mannetje en het vrouwtje. Maar daarna hebben beide sexen plotseling een heel andere agenda. Buidelmezen zijn namelijk niet trouw en dat is nog zacht uitgedrukt. Als het vrouwtje de kans krijgt, gaat ze er met de buurman vandoor en mag het mannetje de eitjes uitbroeden en jongen verzorgen. Maar het mannetje is geen haar beter, hij probeert er ook met een ander vrouwtje vandoor te gaan als de mogelijkheid zich voordoet.
Ethologen zijn al decennialang gefascineerd door dit bijzondere nestgedrag. Het druist zo in tegen de principes van dieren bij het waarborgen van de soort. Normaal vechten beesten als leeuwen voor de veiligheid en toekomst van hun eitjes en jongen. Uiteindelijk waren het geen biologen, maar wiskundigen die het afwijkende gedrag van de buidelmezen hebben geprobeerd te duiden.
Zij vonden uit dat het zogenaamde ‘snowdriftmodel’ het beste bij het buidelmeesgedrag past. Het verhaal achter dit model is dat wanneer twee auto’s vastzitten in een sneeuwstorm en de inzittenden van de twee auto’s alleen kunnen overleven door een tunnel naar elkaar te graven, beide partijen evenveel voordeel hebben bij het graven van een tunnel. Maar elke partij kan ook wachten met het graven van een tunnel tot de andere partij de tunnel heeft gegraven. Zo hoeft deze partij geen moeite te doen, maar heeft hij toch voordeel van het uiteindelijke resultaat.
De buidelmezen gokken dus of de andere partner al dan niet blijft om het nageslacht groot te brengen. De ouder die blijft, levert de grootste inspanning en kan dit seizoen niet meer paren, maar beide ouders hebben profijt bij deze situatie. Soms gaat het echter mis en verlaten beide buidelmezen het nest nadat de eieren gelegd zijn, met als gevolg dat er geen nageslacht ontstaat. Maar beide ouders gokken erop dat gedurende de hele paartijd in ieder geval een aantal van hun partners besluit om bij het nest te blijven als zij het verlaten!