Darwin zat ermee in zijn maag. Het feit dat sommige vogels zich gekleurde verenpakken laten aanmeten, terwijl ze in een kleurloze omgeving moeten zien te overleven, paste niet in zijn baanbrekende theorie.
Om in de gratie bij dames te vallen, zijn een flink aantal herenvogels uitgedost met vederen die gekleurd zijn met alle tinten van de regenboog. Uiteraard trekt dat aandacht van vrouwtjes, maar óók dat van minder vredelievenden. Daar zit de paradox. Wat heb je liever; de liefde van je leven ontmoeten of verpulverd worden door samentrekkende klauwen van een boomvalk?
De gekraagde roodstaart is een fraai voorbeeld van een vogel die een keuze moet maken in het geschetste dilemma: voortplanten of voortleven. Dit vliegbeest heeft een on-Nederlands uiterlijk, bijna exotisch. Alsof je met een volièrevogel vandoen hebt. De vogelnaam dekt overigens alleen het voorkomen van het mannetje, het vrouwtje trekt qua exterieur vrij anoniem door het leven.
De gekraagde roodstaart man is dus een bonte verschijning. Zoals de naam doet vermoeden is hij uitgerust met een rode staart, roestrood. Verder is het dak van zijn schedel sneeuwwit en zijn zijn gelaat én keel roetzwart gekleurd. Die laatste eigenschap heeft hem het eerste deel van zijn soortnaam opgeleverd.
Niet alleen de kleuren van gekraagde roodstaat lijken uitheems, ook diens gedrag. Als een Braziliaanse Sambadanseres zit hij namelijk constant met zijn roodgekleurde staart te wiegen, wippen, trillen en flirten. De pluim wordt dus fijntjes door het mannetje ingezet gedurende de verleidingssrituelen. Bovendien maakt hij daarbij voortdurend buigende bewegingen naar voren.
Versieren doet de gekraagde roodstaart het liefst pontificaal voor zijn liefdesstulpje. Liefdesnestjes die zich in boomholen bevinden. De gekraagde roodstaart is namelijk een echte bosvogel, het zijn holenbroeders. De nestgaten van de gekraagde roodstaart vallen op door hun grootte. Dat heeft alles te maken met het verleidingsgedrag van de mannetjes. Op de rand van de nestopeningen worden de vleugels uitgespreid om de vrouwtjes te imponeren. Uiteraard is daar veel ruimte voor nodig.
Gekraagde roodstaarten zijn sowieso innig verbonden met bomen. Het zijn hun uitvalsbases om hun honger te stillen. Om hun maag te vullen vergrijpen gekraagde roodstaarten zich aan planten en dieren. Alleen beesten die geen ruggengraat hebben staan op het menu. Het zijn echte zit-en-wacht-insectenjagers waarbij ze het liefst op laaghangende takken bivakkeren. Op het moment dat er een nietsvermoedend insectenbeest voorbij zoemt, verroert de gekraagde roodstaart zich dodelijk. Naast vlees eten ze ook bessen en vruchten van bepaalde planten.
Niet-soortgenoten zijn van harte welkom in het territorium van de gekraagde roodstaart en worden met alle egards ontvangen. Collega gekraagde roodstaarten daarentegen moeten het niet in hun kop halen om in het leefgebied te komen. Zij worden dan op een hysterisch ogende manier verjaagd.
Overigens is het verblijf van gekraagde roodstaarten in Nederland maar van tijdelijke aard. Als de eitjes zijn gelegd en de temperatuur zakt, pakken ze hun biezen en vliegen vijfduizend kilometer zuidwaarts om in Afrika te overwinteren.
Julianadorp aan Zee