De dichtstbijzijnde grote stad van Julianadorp aan Zee is Den Helder. De afstand tussen de beide plaatsen is ongeveer 5 kilometer. De meest noordelijk gelegen stad van Noord-Holland van de vaste wal, is tevens de gemeente waaronder Julianadorp aan Zee valt. Den Helder is uiteraard de marinestad van Nederland. De vaderlandse marineplaats kent vanzelfsprekend talloze eetgelegenheden en periodiek culinaire evenementen en feesten. Met de Noordzee en de Waddenzee binnen handbereik is Den Helder uiteraard een mekka voor culinaire smulpapen die van vis en zeevruchten houden.
Mensen die van lekkere visgerechten houden, moeten beslist een bezoekje brengen aan Maritieme Herbergh Neptunus in Den Helder. Dit uitermate sfeervolle restaurant ligt op een schitterende locatie direct aan de marinehaven en jachthavens van Den Helder.
Visafslag
Den Helder heeft een bloeiende visindustrie, dagelijks vaart een armada van vissersboten de Noordzee op om de jacht te openen op zeedieren. De Helderse vissersvloot brengt dagelijks verse vis aan wal. Deze vis wordt dan verhandeld op de visafslag van Den Helder. Na Urk/Harlingen en IJmuiden is de visafslag van Den Helder de derde grootste visafslag van Nederland. De vissersvloot van Den Helder bestaat uit veertig moderne vissersschepen. De Helderse vissersvloot speelt een belangrijke rol bij het aan wal brengen van onder andere tong en schol. De toprestaurants van Den Helder zijn er ’s morgens als de kippen bij om op de Helderse visafslag de mooiste exemplaren op de kop te tikken. Dus als je verse tong of delicate zeebaars wilt scoren, moet je in Den Helder zijn.
Helderse Visserijdagen
Mensen die gefascineerd zijn door de visserij kunnen een bezoekje brengen aan de jaarlijks terugkerende Helderse Visserijdagen, die op het uitgestrekte terrein van de Willemsoord plaatsvinden. De Willemsoord is de voormalige werf van de Koninklijke Marine. Echter, sinds de marine naar een nieuwe werflocatie is verhuisd, is de Willemsoord omgebouwd tot een nautisch themapark en worden er ook van allerlei evenementen georganiseerd waaronder de Helderse Visserijdagen. Tijdens de Helderse Visserijdagen komen er allemaal verschillende vissersboten naar de Willemsoord en zijn er bovendien verschillende kotters te bezichtigen. Er wordt ook een markt georganiseerd en er vindt een visveiling voor particulieren plaats. Daarnaast zijn er verschillende visrokerijen, muziekuitvoeringen, rondvaarten, demonstraties en oude ambachten te bezoeken, te beleven en te aanschouwen. Uiteraard staan er op het terrein talloze viskraampjes waar je alle denkbare soorten (gebakken) vis kunt kopen.
Route Délicieuse
Ieder jaar in de maand juni kun je in Den Helder op een culinaire ontdekkingstocht gaan tijdens de Route Délicieuse. Aan de Route Délicieuse doen verschillende restaurants mee die de gasten verwelkomen met een klein smakelijk hapje en een passend drankje. Door de culinaire hapjestocht tijdens de Route Délicieuse is op geweldige manier kennis te maken met de Helderse horeca. Maar wees er snel bij, de honderdvijftig beschikbare passe partouts vliegen ieder jaar de deur uit.
Markten
In Den Helder worden iedere week twee grote markten georganiseerd, op de woensdag en op de zaterdag. De markt van de woensdag vindt plaats in de wijk Nieuw Den Helder. De zaterdagmarkt daarentegen wordt georganiseerd in het centrum van de stad en is tevens de grootste markt van de twee. Op beide marken zijn van allerlei heerlijke verse producten te koop, een aanrader om ze te bezoeken.
Fastfoodketens
In een stad met bijna zestigduizend inwoners is Den Helder slecht bedeeld als het om de fastfoodketens ketens gaat. De McDonald’s is in marinestad vertegenwoordigd, maar de Burger King, KFC en Pizza Hut bijvoorbeeld niet.
Geschiedenis van de visserij in Nederland
Door de eeuwen heen heeft de visserij in Den Helder én in de rest van de Nederlandse kustplaatsen een belangrijke rol gespeeld.
Haringen
De Nederlanders zijn aan het einde van de 14de eeuw begonnen met het kaken van haringen. Doordat de haringen werden gekaakt, bedierf het appetijtelijke visje minder snel. Willem Beukelszoon uit het Zeeuwse dorpje Biervliet is de uitvinder van het haringkaken. Bij het haringkaken worden alle ingewanden van de haring verwijderd, met uitzondering van de alvleesklier. In de praktijk betekende dit dat de haring veel langer vers bleef, veel langer bewaard kon worden en over langere afstanden vervoerd kon worden. Dit had grote consequenties voor de handel in haring; Amsterdam werd er heel groot van. Ook Vlaardingen en Enkhuizen kregen hierdoor in de late middeleeuwen de wind vol in de zeilen en konden enorm groeien. In de 17de eeuw kwam er echter een kink in de kabel. Holland raakte verzeild in handelsoorlogen met Frankrijk en Engeland. Bovendien werd het land aan de Noordzee uiteindelijk in 1795 bezet door Frankrijk. De haringvisserij bloeide rond het jaar 1850 weer op. Met name Scheveningen, Noordwijk en Katwijk werden belangrijke haringvissersplaatsen.
Walvissen
De walvisvaart is voor ons land een tijd lang van groot belang geweest. De Nederlanders zochten rond het jaar 1600 een alternatieve noordelijke route naar Azië. Hun missie slaagde niet in. Echter ze brachten wel de noordelijke zeeën op een nauwkeurige manier in kaart. Verder viel het hen op dat het gebied barstensvol zat met walvissen. Nederland begon derhalve de 17de eeuw met de commerciële walvisvaart. Het was Willem Cornelisz van Muyden die in 1613 een zeer succesvol walvisvaarder werd. De Noordsche compagnie had van 1614 tot 1642 het alleenrecht op de jacht op walvissen. De Noordsche compagnie stichtte op het eiland Amsterdam bij Spitsbergen de nederzetting Smeerenburg.
Smeerenburg was de plek waar de Nederlanders in de zomer walvistraan wonnen uit de gevangen Groenlandse walvissen. Walvistraan werd uit het vet van de walvissen gekookt (traankokerij). Vanaf de 17de eeuw tot diep in de 19de eeuw werd walvistraan massaal gebruikt voor de olie van lampen, bij de bereiding van zeep, bij de fabricatie van kaarsen en bij het gebruik als smeerolie. De functie van het walvistraan als brandstof ging verloren op het moment dat er plantenolie en petroleum op de markt kwamen. De Nederlanders waren een tijd lang de alleenheersers in de walvisvaart, totdat hun octrooi verliep. Vanaf dat moment gingen ook andere landen zich op de Groenlandse walvissen in het noorden stortten. Dit kwam de soort niet ten goede, de diersoort stond bijna op het punt om uit te sterven. Rondom Spitsbergen waren er rond 1670 te weinig Groenlandse walvissen over om nog te bejagen. De walvisvaarders moesten derhalve op zoek naar andere gebieden waar ze hun jacht konden voortzetten. Echter de winsten die elders konden worden de walvisvaart.