Viooltjes zijn mateloos populair. Dan bedoel ik niet de strijkinstrumentjes, maar de fraaie bloempjes die in bijna alle vaderlandse tuinen deel uitmaken van het plantenassortiment. Maar waarom heten viooltjes eigenlijk viooltjes? Dat heeft te maken met het feit dat het gros van deze plantjes violet-blauwe bloemen draagt. Violet is uiteindelijk verbasterd tot viooltje.
Iedereen die wil weten hoe geliefd viooltjes wel niet zijn, moet op een lentedag maar eens naar een tuincentrum togen. Je wordt dan links en rechts ingehaald door winkelwagens die tot de nok toe zijn afgeladen met viooltjes. Maar viooltjes worden niet alleen gekweekt, ze komen ook in de natuur voor. Van de in Nederland in het wild groeiende viooltjes kun je een aardig orkest samenstellen. Er zijn maar liefst zeven verschillende soorten.
Eén van de fraaiste viooltjes die onze natuur opsiert, is het duinviooltje. Zoals de naam al doet vermoeden, groeit en bloeit het duinviooltje in het duinlandschap. Tegen het gele duinzand contrasteren de violetblauwe bloempjes van het duinviooltje op een betoverende manier. Het duinviooltje is zeker geen zeldzame verschijning in Nederland. Langs de gehele kust zijn ze volop te spotten.
Het plantje ziet er zeer fragiel en kwetsbaar uit, maar de schijn bedriegt. Het duinviooltje is oersterk. Probeer het lieve bloempje maar eens uit de grond te trekken. Dan moet je flink je best doen. Het duinviooltje wortelt namelijk meer dan anderhalve meter diep. Dat is dan ook de reden waarom het plantje zo goed kan gedijen in zo’n vijandelijke omgeving als het kustlandschap. Een gebied met een overdaad aan zware leefomstandigheden (harde wind, verstuivend zand en zilte zeelucht) en een gebrek aan noodzakelijke leefvoorwaarden (zoetwater en voedingsstoffen).
Door de gigantische penwortel is echter een vaste verankering in het losse duinzand gegarandeerd. Bovendien kan het duinviooltje door diens lange wortel, water aanboren dat op grote dieptes zit tijdens de hete zomer. Naast het feit dat het duinviooltje goed de hitte kan weerstaan in duinvalleien, staat hij ook zijn mannetje als het kwik een vrije val maakt in de thermometer. De vorst zal hem niet doen knakken.
Duinviooltjes tieren het meest weelderig op arme duingronden. Het liefst op plaatsen waar konijnen alles kaalvreten, bakken zand afgraven en de boel onder keutelen. Op de mest van stampertje wil het duinviooltje heel graag wortelen. Duinviooltjes laten tweemaal per jaar al hun schoonheid zien: ze bloeien namelijk in het voor- en najaar. Als de duinviooltjes bloeien, is dat een waar feest voor mensen die daar oog voor hebben. Zetten de bloemkleuren van het duinviooltje de kegeltjes in het netvlies in vuur en vlam, ook de smaakpapillen maken een vreugdedansje als zij in contact komen met het duinviooltje. De bloemen van het duinviooltje zijn namelijk eetbaar. Ze ruiken ook verrukkelijk. Door deze aangename welriekendheid worden de bloemen verwerkt in allerlei parfums.
Naast mensen zijn ook verschillende insecten culinair in het duinviooltje geïnteresseerd. Zo hebben parelmoervlinders het duinviooltje tot waardplant gepromoveerd. Dat betekent dat de rupsen van deze elegante fladderaartjes niets anders blieven dan de sappige blaadjes van het duinviooltje!