Doortrekkende bosruiters in Julianadorp aan Zee!

Bosruiter!

Soms kan een naam verwarrend zijn.

Een bosruiter is geen amazone die een bosrit verkiest boven het rondjes draven in een binnenbak. Het is een vogelsoort die zich paradoxaal genoeg niet in bossen maar in waterrijke gebieden ophoudt. Als je in een drassige omgeving je kostje bij elkaar moet scharrelen, is het wel zo handig om lange poten te hebben. Als je je dit realiseert, kom je dichter in het brein van de naamgever van de bosruiter terecht. De stengelvormige poten met stijve passen van de bosruiter deed hem waarschijnlijk denken aan de manier van lopen van langbenige edele viervoeters die bereden worden door ruiters.

Er zijn overigens wel meer vogelnamen die je op het verkeerde been zetten, de woudaap bijvoorbeeld. De woudaap is geen gigantische primaat die het hele bos bij elkaar brult, maar een piepkleine reiger die visjes, kikkertjes, salamandertjes en andere nietsvermoedende waterbewonertjes rücksichtslos aan zijn vlijmscherpe snavel spietst. Het ‘woud’ in woudaap refereert aan de rietvelden waar het vogelbeest graag vertoeft en jaagt. Het feit dat de woudaap behendig in rietstengels kan klauteren, leverde hem het tweede deel van zijn naam op.

Het bokje is een andere verwarrende vogelnaam. Naast het feit dat het een mannetjes geitje is, is het ook een vogeltje. Het bokje is een kleine snipsoort die zich bewapend heeft met de perfecte schutkleuren voor het rietgebied waarin hij leeft en daardoor hij nauwelijks voor predatoren én het menselijke oog zichtbaar is. 

Hij vertrouwt zo op deze schutkleuren dat hij pas wegvliegt op het moment dat je tijdens een wandeling er bijna op staat. De meeste mensen merken niet eens dat ze op korte afstand het bokje zijn gepasseerd. De naam bokje suggereert het mekkerende geluid dat een bokjeszoogdier kan maken, maar toch niet uit de snavel van een bokjesvogel vertrekt. Zijn grote neef de watersnip, mekkert overigens wel; voornamelijk tijdens de baltsvlucht, wellicht is hier het misverstand opgetreden tussen de twee familieleden.

Terug naar de bosruiter.

De bosruiter is een vogel van het hoogveenmoeras. Vroeger bestonden grote delen van het oosten van Nederland uit hoogveenmoerassen. Echter toen de mens ontdekte dat gedroogd veen heel goed brandde in de kachel, was het snel gedaan met de hoogveenmoerassen én de talrijke bosruiters die daar broedden. Tegenwoordig broeden er dus geen bosruiters meer in Nederland. Heel af en toe wordt er nog een broedend koppeltje gespot en giert de adrenaline door het vaderlandse vogelaarsgilde en togen grote aantallen in camouflage gestoken vogelspotters naar de uitverkoren locatie om de beestjes op de gevoelige plaat vast te leggen. 

Nee, de bosruiter is voornamelijk een doortrekker in Nederland. In de zomermaanden juli en augustus wordt door bosruiters in het polderlandje een pitstop gemaakt tijdens hun uitputtende reis vanuit de broedgebieden in het hoge noorden naar de overwinterlocaties in het diepe zuiden van de aardbol. Het kan dan zomaar voorkomen dat een bosruiter in koude toendra’s van Siberië zijn kuikens groot brengt, om wat later in het jaar in de ondiepe azuurblauwe lagunes van de Hawaï-eilanden de jacht te openen op kleine ongewervelden!