Een blokart (uitspraak: blo-kart) is een eenpersoons landvoertuig met drie wielen en een zeil dat door de wind wordt voortgestuwd. De Nieuw-Zeelander Paul Beckett stond in 1999 aan de wieg van de ontwikkeling van de blokart. Een blokart is uitermate geschikt voor het strand. De blokart wordt dan als strandzeiler gebruikt. Tijdens het blokarten (strandzeilen, blowkarten) kun je heerlijk racen langs de vloedlijn. Je kunt ook een schaatsenset onder de blokart monteren waardoor de blokart geschikt wordt voor het ijs, het zogenaamde ijszeilen.
Het blokarten herbergt verschillende unieke eigenschappen: ze worden handgestuurd, zijn zeer wendbaar, zijn te vervoeren in een kleine auto, zijn binnen tien minuten op te bouwen, zijn eenvoudig te besturen en zijn uitermate geschikt voor een grote doelgroep. Je zou ook kunnen zeggen dat het een soort karten is op windkracht of zeilen op het strand.
Besturing
Voor het sturen van een blokart wordt het voorwiel gebruikt. De twee achterwielen zijn gefixeerd en draaien om hun as. De piloot (zo noem je de bestuurder van een blokart) neemt plaats in een zitje. Dit stoeltje is tussen de twee achterwielen geplaatst. Iedereen die kan zeilen, kan ook een blokart besturen. Beide handen spelen een rol. Met de ene hand wordt de zogenaamde schoot (de lijn waarmee de stand van het zeil ten opzichte van de blokart geregeld kan worden) bestuurd en met de andere hand wordt het stuur bediend. Er bestaan overigens ook 2-zits blokarts.
Tussen windkracht 3 en 7
Blokarten is bijzonder snel te leren, binnen een kwartiertje kun je het onder de knie krijgen. Bovendien is het een sport voor jong en oud. Om te kunnen blokarten ben je uiteraard afhankelijk van de wind: windkracht 3 is het minimale vereiste, als het harder waait dan windkracht 7 is het niet meer verantwoord om op een veilige manier te blokarten. Als je geluk hebt, komt de wind van zee en kun je langs de vloedlijn blokarten. Als de wind uit en noorden of zuiden komt, moet je zigzaggend over de breedte van het strand. Verder is het belangrijk dat je niet in het losse zand van het strand terechtkomt, je staat dan namelijk direct stil. Een blokart in de branding sturen geeft hetzelfde resultaat.
Tijdens het blokarten kunnen hoge snelheden worden bereikt. Snelheden tot over de 50 kilometer per uur. Het snelheidsrecord van 93 kilometer per uur met een blokart is overigens in Nieuw-Zeelandse handen. Als je alle veiligheidsinstructies in acht neemt, is het geen gevaarlijke sport. Blokarters dragen verplicht een helm en gespen hun riem (gordel) verplicht vast. Daarnaast is het belangrijk dat je te allen tijde je handen en voeten binnenboord houdt. Mocht de blokart onverhoopt omvallen dan is er letterlijk geen man overboord. De blokart valt dan namelijk op zijn zeil, bovendien ben je door de kooiconstructie van de blokart altijd veilig.
Julianadorp aan Zee, Groote Keeten, Callantsoog en Wijk aan Zee
Zowel op het strand van Julianadorp aan Zee als op het strand van Groote Keeten en op het strand van Callantsoog wordt er regelmatig geblokart. Zowel Groote Keeten als Callantsoog liggen op steenworp afstand van Julianadorp aan Zee. Het mekka van het blokarten in Nederland is echter Wijk aan Zee. Het strand van Wijk aan Zee is heel breed (het breedste strand van Noord-Holland) en bovendien hard, daardoor is het uitermate geschikt voor de blokartsport. Op de meeste stranden van Nederland mag overigens alleen tijdens het winterseizoen geblokart worden.
Wijk aan Zee
Wijk aan Zee maakt sinds 1936 deel uit van de gemeente Beverwijk en ligt midden in Midden-Kennemerland. In Wijk aan Zee wonen meer dan 2.200 mensen. Het dorp ligt ingeklemd tussen het Noordhollands Duinreservaat, de Noordzee en Tata Steel. Wijk aan Zee was tot aan het midden van de 19de eeuw een typisch vissersdorp. De in Wijk aan Zee geboren schilder Rijckaert Aertsz was dan ook de zoon van een visser. In Wijk aan Zee ontbrak echter een haven en kon het derhalve niet in concurrentie met de kustplaatsjes uit de omgeving die wél een haven hadden. Er werden in de loop van tijd steeds grotere vissersschepen gebouwd die niet meer op het strand konden worden getrokken en waarvoor een haven vereist werd. Hierdoor was het snel gedaan met Wijk aan Zee als vissersplaatsje.
In 1881 werd in Wijk aan Zee het eerste Badhotel geopend. Dit was het begin van de toeristenindustrie van het dorp. Heel veel mensen in het dorp gingen zich vanaf dat moment bezighouden met het ontvangen van badgasten. Vooral veel mensen uit Amsterdam ontdekten het mooie kustplaatsje. Tegenwoordig is Wijk aan Zee een belangrijke badplaats voor dagrecreatie. Wijk aan Zee is zogezegd gezegend met het breedste strand van het vasteland van Nederland. Op dit strand wordt ieder jaar een lange rij met strandhuisje gebouwd. In principe mag hier gedurende de nacht niet worden geslapen, maar in de praktijk gebeurt dit wel.
Het uitzonderlijk brede strand van Wijk aan Zee is ideaal voor tal van strandsporten zoals speedgliding, landboarden, powerkiten, skyting en blokarting. Het Noordzeewater vóór Wijk aan Zee is bovendien geschikt voor kitesurfen, windsurfen en kajakken. Liefhebbers van zeevissen kunnen plaats nemen op de pier. Wijk aan Zee is kleinschalig en daardoor uitermate geschikt voor mensen met kleine kinderen. Op het strand verschijnen in de zomer ballenbergen, luchtkussens en trampolines. Bovendien beschikt het dorp over een 18-holes midgetgolfbaan waar zowel jonge als oude mensen zich prima kunnen vermaken. Daarnaast wordt ieder jaar in Wijk aan Zee het grootste schaaktoernooi ter wereld georganiseerd.
Aan de rand van Wijk aan Zee ligt een indrukwekkende beeldententoonstelling. Deze beeldententoonstelling bevindt zich in een decor van een groene zone, een metershoge Paasduin en een staalfabriek. Dit gebied wordt aangeduid als Rolandsduin. De beeldententoonstelling is ontstaan in 1999. In dat jaar was Wijk aan Zee het cultureel dorp van Europa en kregen elf beeldhouders uit elf verschillende Europese landen de opdracht om van het gebied een beeldenpark te maken. Het thema van de opdracht was ‘Een Zee van Staal’, waarbij de beelden van staal moesten worden gemaakt. De werkruimte en het materiaal werd beschikbaar gesteld door Hoogovens. Hoogovens was een zelfstandig staalbedrijf voordat het werd overgenomen door Tata Steel.
Tata Steel
De grootste Indiase staalproducent is Tata Steel. In 1907 werd Tata Steel opgericht door Dorabji Tata. Tata Steel is één van de onderdelen van de Tata Group. Tata Steel had vroeger een andere naam; TISCO. Het hoofdkantoor van Tata Steel is gevestigd in Bombay. Tata Steel heeft meer dan 65.000 werknemers in dienst. Tata Steel Europe is een dochterbedrijf van Tata Steel. Tata Steel Europe heeft vestigingen in Nederland, Wales, Frankrijk, Duitsland en België. Door de Nederlandse productiefaciliteiten van Tata Steel wordt jaarlijks meer dan 12 miljoen ton CO2 geproduceerd. Tata Steel stoot daarnaast ook veel zware metalen uit. Zo heeft Tata Steel de twijfelachtige eer de grootste loodvervuiler van het land te zijn!