Als er ooit Oscaruitreikingen in de vogelwereld worden geïntroduceerd, gaan ongetwijfeld de bontbekplevieren met de Academy Awards ervandoor. Bontbekplevieren zijn namelijk kleine strandscharrelaars die bij tijd en wijle fantastisch kunnen acteren.
De toneelspeelkwaliteiten van het bontgekleurde vogeltje komt het best tot zijn recht in een noodsituatie. De bontbekplevier bouwt namelijk geen beschut nestje veilig hoog in een boom, maar promoveert een ondiep zandkuiltje tot broedplaats. Deze gemakzucht heeft uiteraard een prijs. Roofdieren die in het kustgebied leven, kunnen tijdens hun zwerftochten zomaar op het met eitjes of kuikens gevulde bontbekpleviernestje stuiten. Een makkelijkere maaltijd is amper voorstelbaar.
Echter zover laat de broedende bontbekplevier het niet komen. Als er bijvoorbeeld een vos te dicht het nest nadert, kiest ze direct luidruchtig het luchtruim. De ogen van de nestrover zijn dan direct op haar gericht en die aandacht wil het bontbekpleviervrouwtje zolang mogelijk vasthouden.
Luttele seconden nadat de bontbekplevier opvliegt, landt ze weer op de grond. Vanaf nu moet ze Reintje een rad voor ogen zien te draaien. Vanaf nu moet ze hem de indruk geven dat ze een makkelijke prooi is, hetgeen ze kan als geen ander. De bontbekplevier gaat namelijk acteren alsof ze gewond of verlamd is: ze probeert te vliegen met een zwakke vleugelslag die haar telkenmale weer terug naar de aarde doet storten of ze sleept zichzelf voort met onhandige sprongetjes.
De vos ruikt dan bloed en verlegt zijn koers richting het gehavende vogelbeest. In volle galop nadert hij de op het oog in zwaar weer verkerende bontbekplevier. Echter op het moment dat hij zijn dodelijke beet wil plaatsen, stopt de komedie van de vogel en vliegt ze snel weg. Een gedesillusioneerde vos achterlatend. Zijn brein heeft hem op het verkeerde been gezet. In eerste instantie leek hij vrijelijk te kunnen gaan eieren rapen, maar de evolutie heeft hem zo geprogrammeerd, dat verzwakte dieren zijn volle aandacht en voorrang krijgen. De evolutie heeft echter ook prooidieren een scala aan mogelijkheden geven om aan roofdieren te ontkomen, zo ook het acteertalent bij bontbekplevieren!
Om predatoren om de tuin te leiden, is de bontbekplevier derhalve uitstekend uitgerust. Om daarentegen een maaltje bij elkaar te sprokkelen, lijkt het beest over minder effectief gereedschap te beschikken. Vanuit de met zebramotief getekende kop van de bontbekplevier, vertrekt een korte, oranje snavel met een zwarte punt. Deze korte snavel lijk niet erg handig om de beestjes te grazen te nemen die hoog op zijn menukaart staan. Deze ongewervelden bevinden zich namelijk in de diepste lagen van de blubber waar de bontbekplevier overheen stapt. De lengte van snuit schiet vaak simpelweg te kort om ze eruit te peuteren.
Dus moet hij de slijkbewoners naar boven zien te lokken. Dan blijkt de bontbekplevier niet alleen een goede drama-acteur, maar ook een prima nepdrummer te zijn. Door met zijn pootjes vliegensvlug op de grond te trommelen, ontstaan er trillingen in de bagger.
Wormen en ander klein gespuis zijn als de dood voor trillingen. In het brein van deze kleine diertjes doemen dan visioenen op van een naderende bende bloeddorstige mollen of flinke regenpartijen die de onderwereld verstikkend onder water zetten. In beide gevallen doet hen de vlucht naar het oppervlakte maken. Echter in plaats van naar de veiligheid te kuipen, verplaatsen de kleine priegelbeestjes zich binnen de reikwijdte van de snavel van de meedogenloze bontbekplevier!