Aanwaaiende drieteenmeeuwen in Julianadorp aan Zee!

Als Gerrit Hiemstra voor de volgende dag vanwege een zware storm code rood aankondigt, gaat het bij veel mensen dun door de broek. Zij vragen zich dan af of ze ’s ochtends nog veilig op hun werkplek kunnen komen, zonder kleerscheuren de viervoeter kunnen uitlaten en ongedeerd op en neer naar de supermarkt kunnen pendelen. 

Deze zorgmakende gedachten schiet bij veel mensen door het brein, maar niet bij iedereen. Bij hardcore vogelaars bijvoorbeeld niet. Bij hen vliegt bij zo’n aankondiging de adrenaline bijkans uit de bloedbaan van pure opwinding. Als het aan vogelspotters ligt, mogen de weergoden bij tijd en wijle boosaardig zijn en het polderlandje urenlang geselen met noodweer. 

Zij togen dan massaal naar de kust!

Vogelaars houden namelijk van lijstjes. Als zij op vogelpad gaan, dragen zij naast hun verrekijker en fotocamera ook altijd een blocnootje met zich mee. Wordt bij de vliegtuigspottende wapenbroeder ieder vliegtuigtype keurig aan het blocnootpapier toevertrouwd, vogelspotters noteren nauwkeurig iedere vogelsoort in het aantekenboekje. De ultieme droom van elke vogelspotter is dat uiteindelijk al het in Nederland rondfladderend gevogelte in dat boekje terechtkomt; dat het laatst ontbrekende vinkje afgevinkt kan worden. En dan biedt een storm vaak uitkomst. 

Zeevogels die zich boven de Nederlandse territoriale wateren vliegen, laten zich namelijk vrijwel nooit vanaf de kust spotten. Maar als een aanlandige wind met een snelheid van meer dan honderdvijftig kilometer per uur over de Noordzee jakkert, wordt al het leven dat zich in de lucht boven het zeewater bevindt, richting de kust geblazen. 

Eén van die zeldzame gasten die dan gespot, opgetekend en gefotografeerd kan worden, is de drieteenmeeuw. En niet één, maar tienduizenden. Bij zware stormen voltrekken zich invasies van tienduizenden drieteenmeeuwen aan de vaderlandse kust. Hetgeen uiteraard tot spectaculaire beelden leidt.

De naam drieteenmeeuw laat zich kinderlijk eenvoudig verklaren; in tegenstelling tot andere meeuwsoorten mist de drieteenmeeuw namelijk één teen. Hij heeft derhalve niet vier, maar drie tenen. In vogelvlucht heeft de drieteenmeeuw daarnaast ook nog iets kenmerkend, zijn rug en vleugels plooien zich dan in een fraaie W-vorm.

Drieteenmeeuwen zijn echte zeevogels die bijna hun hele leven boven de zee leven, alleen tijdens het broedseizoen zoeken ze de kust op en nestelen ze op steile kliffen. Steile riffen zijn aantrekkelijk omdat de vogels dan gevrijwaard zijn van vierpotige rovers zoals ratten en vossen. Aan de Nederlandse kust moet je uiteraard lang zoeken naar steile rotsen. Maar in het Nederlandse deel van de Noordzee hebben we wel kunstmatige steile rotsen, in de vorm van olieplatforms. Heel af en toe laten drieteenmeeuwen die verleiden om daar hun eitjes te leggen en uit te broeden. 

In tegenstelling tot alken, papegaaiduikers en zeekoeten kunnen drieteenmeeuwen ook op lagere kliffen broeden. De drie genoemde vogelsoorten hebben meer moeite om óp te vliegen, zij laten zich dan ook een stukje vallen, en hebben daar een zekere hoogte voor nodig, en kunnen dan wegvliegen.

Het doorlopende leven boven het zeewater vereist uiteraard verschillende aanpassingen. Bijvoorbeeld rondom het thema drinkwater. Welnu, drieteenmeeuwen verstaan de kunst om van ondrinkbaar zoutwater, drinkbaar zoetwater te maken. Het vogelbeest heeft in zijn schedel, tussen zijn oogkassen, twee zoutklieren. Deze zoutklieren filteren het zout uit het bloed en voeren het als druppeltjes af via de neusgaten. Soms hangt er een druppeltje aan hun snavel; dit is niet dus van verdriet, maar om het overtollige zout af te voeren!